Gisteren zag ik voor het eerst verschillende schilderijen van de Belgische schilder Jean Brusselmans (1884-1953) bij elkaar. Het Haags Gemeentemuseum bracht zo’n veertig werken samen, waaronder dat ene mooie schilderij van Marie, Brusselmans’ vrouw, waarmee het voor mij een paar jaar geleden allemaal begon in een zaal van het Stedelijk Museum in Amsterdam. Mijn liefde voor Brusselmans bedoel ik.

Jean Brusselmans: Dame au canapé, 1937
Ik schreef over dat schilderij in mijn boek Doorkijken.
In het Gemeentemuseum zag ik Marie ook terug op andere schilderijen van Brusselmans, steeds in diezelfde geweldige jurk. ‘Misschien had ze er maar één,’ peinsde mijn dochter, nadat ik haar had verteld dat het echtpaar Brusselmans vreselijk arm was en dat Marie in 1943 door kou en honger was gestorven. Misschien wel, maar wat voor een.

Jean Brusselmans: Le grand intérieur, 1939

Jean Brusselmans: La dame à la rose, 1939

Jean Brusselmans: La Tempête, 1936
Brusselmans’ stillevens en landschappen, de kleuren, de vlakverdeling, de herkenbare verfveegjes, hun bordkartonnen uiterlijk – ik kan ernaar blijven kijken.
‘Hoe komt het dat niemand anders dat zag?’ vraagt conservator Hans Janssen in de catalogus aan kunstenaar Jan Dibbets, lange tijd een van de weinige liefhebbers van het werk van Jean Brusselmans. Dibbets heeft geen idee.
Ik ook niet.

Jean Brusselmans: Nature morte au cruchon rouge, 1933

Jean Brusselmans: Les pommiers en fleur, 1931

Jean Brusselmans: Nature morte à l’éventail, 1948
In de nieuwste editie van Harper’s Bazaar schreef ik maar weer eens een stukje over Jean Brusselmans. Meer kan ik niet voor hem doen.
Jean Brusselmans, t/m 10 juni, Gemeentemuseum Den Haag
Toen ik nog net op de laatste dag de tentoonstelling van Brusselmans bekeek en de vrouw op canapé zag kwam ze me zo bekend voor en vooral dat vingertje, ik wist dat ik er recent iets over gelezen had en het schilderij misschien al eerder een keer gezien had. Al zoekend op internet belandde ik hier en wist ik het weer.
Wat een tentoonstelling trouwens en wat was het heerlijk om daar een uur vrijwel alleen rond te lopen!
Groeten van Coen (Athenaeum Boekhandel)
Ha Coen, wat leuk! En wat goed dat je de tentoonstelling nog gezien hebt. Groet, Merel