Voordat we komen te spreken over zijn laatste project, binnenkort te zien in Foam in Amsterdam, wil fotograaf Alec Soth (50) de dingen graag chronologisch op een rijtje zetten. Dat zal de boel verduidelijken. Dus. In de aanloop naar I Know How Furiously Your Heart is Beating (2017-2018), een selecte serie stillevens en geconcentreerde portretten van verschillende mensen in hun eigen huis, door Soth afgekort als ‘Furiously’, kocht hij eerst een krakkemikkige oude boerderij, niet ver van zijn woonplaats Minneapolis-St. Paul. Waarom? Goeie vraag; omdat het huis hem deed denken aan het huis waarin hij opgroeide, omdat hij iets zocht (maar wat?), omdat hij het als succesvolle fotograaf van rond de 50 ineens ineens niet meer wist. (Wat niet? Alles niet)

Goed, dus hij aanklooien in dat verlaten krot: klussen, bouwen, dagdromen – alles, behalve fotograferen. Dat beviel matig. Er werd ingebroken en hij voelde zich niet thuis, totdat hij begon te mediteren. Toen ging de zon schijnen. Soth, de fotograaf die bekend werd met werk dat ‘verdrietig’ en ‘eenzaam’ is, dat gaat over ‘afstandelijkheid’ en ‘niet verbonden zijn met andere mensen’ (zijn eigen woorden), voelde zich voor het eerst van zijn leven ‘supergelukkig’.
Hij straalt van het computerscherm af terwijl hij het zegt, zittend in zijn studio in Minneapolis. ‘Het was… ik weet eigenlijk niet precíes wat, maar: absoluut een buitengewone periode in mijn leven.’
Hij begon weer te fotograferen. De reflectie van de zon op de muur, zijn eigen schaduw – ‘Francesca Woodman-achtig werk’ noemt hij het zelf, verwijzend naar het naar binnen gekeerde, zwart-witte oeuvre van de jonge en getroebleerde New Yorkse fotograaf, die in 1981 op 21-jarige leeftijd een einde maakte aan haar leven. Geen werk dat Soth wilde delen met anderen, want veel te ‘zelfzuchtig’. ‘Prima voor een jonge twintiger, maar een beetje sneu wanneer je 48 bent,’ lacht hij. Bovendien, voegt hij eraan toe: ‘Kunst wordt overbodig wanneer je je helemaal verbonden voelt.’

Hij bleef mediteren en fotograferen. En misschien was dat wel de ultieme combinatie, dacht hij, de oplossing voor dat waar hij mee zat: de realisatie dat hij, vanaf het moment dat hij in 2004 internationaal doorbrak met Sleeping by the Mississippi, een serie portretten en landschappen die het banale, alledaagse Amerika bezong, bewoond door mensen die nooit de geschiedenisboeken zullen halen, gevolgd door Niagara in 2006, een ietwat spottende lofzang op de liefde, met honeymoon suites en pas getrouwde stelletjes in keihard flitslicht – dat hij échte ontmoetingen, echte verbondenheid uit de weg was gegaan. Dat zijn werk tot nu toe cynisch was geweest en alleen om zijn eigen ego had gedraaid. Dat hij als fotograaf zelfs ‘roofdierachtig’ gedrag had vertoond.


‘Fotograferen zorgt voor zoveel spanning,’ zegt hij. ‘Wanneer ik mensen portretteerde, had ik constant het gevoel dat ik hun tijd liep te verdoen. Ik rende naar binnen, schoot een foto en probeerde zo snel mogelijk weer weg te komen. Ik manipuleerde, duwde mensen in een context en daarna voelde ik me schuldig, alsof ik ze had uitgebuit. Ik was op zoek naar meer openheid, naar verbinding.’

Het moest anders. In samenwerking met Fraenkel Gallery in San Francisco bedacht Soth in 2017 wat hij officieus het ‘Seesaw Project’ noemt, het Wipwap Project, naar een houten wip die hij zelf in zijn oude boerderij had gemaakt (Waarom? Geen idee). Het behelsde een aantal ontmoetingen met mensen die hij niet kende en die, omdat ze waren uitgekozen door een choreograaf, bijna allemaal uit de danswereld kwamen. Hij ontmoette ze ’s ochtends vroeg in een huiselijke ruimte, het Fraenkel Lab, met boeken en comfortabele zitplekken en die wipwap, waar ze vervolgens in stilte een tijdje met elkaar vertoefden.
‘Die stilte was een belangrijke regel. Verder mocht alles. Ik heb met mensen getekend, gespeeld, we maakten foto’s van elkaar met wegwerpcamera’s – het was echt best wel maf, maar ik had een paar ongelooflijke sessies. Omdat de regels van tevoren vastlagen, hoefde ik niets van ze te vragen en konden we gewoon samenzijn. Het was een uitwisseling van energie, een heel intense ervaring.’
Het was de ervaring die hij als fotograaf zocht, besefte hij al snel: het daadwerkelijk treffen van de ander, zonder vooropgezet plan. De echte doorbraak kwam in de vorm van Anna Helprin, een choreograaf op hoge leeftijd die niet naar de studio kon komen om te spelen. Hij bezocht haar thuis en maakte voor het eerst sinds tijden weer eens een echt portret, met in zijn achterhoofd al die vorige ontmoetingen. Dat was het begin van iets nieuws, het begin van wat zou uitgroeien tot I Know How Furiously Your Heart Is Beating, een serie die iets zachter is dan het werk waarmee hij bekend werd, nauwelijks een verhaal vertelt en alleen gaat om het samenkomen van de mens vóór en die achter de camera.


Daar zit Helprin, een statige vrouw met grijze krullen in een groen gewaad, in een bohemien interieur met veel hout en hangplanten en Perzische tapijten. Ze kijkt recht en rustig in de camera. Soth fotografeerde haar vanuit de tuin, door het raam heen; een boom weerspiegelt in het glas. ‘Het ziet er misschien afstandelijk uit,’ zegt hij, ‘maar het voelde zó anders na die vijftien één-op-één-sessies. Veel aandachtiger. En ik dacht: O! Ik kan weer terugkeren naar het fotograferen van mensen, maar nu minder van ze verwachten. Ik hoef ze niet langer te manipuleren, er hoeft geen formule te zijn, ik hoef me ook niet schuldig te voelen achteraf. Ik ben vrijer.’


Furiously, zegt Soth, ontstond vanuit dit gevoel. Langzaam bouwde hij het project op, waarbij hij min of meer op dezelfde manier te werk ging als bij het project in het Fraenkel Lab. Hij vroeg vrienden en bekenden naar mensen die in hun eigen omgeving gefotografeerd wilden worden, opnieuw veel dansers (‘Die weten hoe ze in een ruimte moeten zíjn’), en daar ging hij dan heen met zijn grootformaat camera, een enorm ding waarvoor hij onder een zwarte doek moet kruipen en dat eigenlijk niet geschikt is voor fotograferen met alleen natuurlijk licht. Maar dat was wat Alec Soth wilde: fotograferen zonder kunstlicht, zonder dat mensen het gevoel kregen dat ze deel uitmaakten van een serieuze fotoshoot.
‘Het was ontzettend moeilijk. Hoe dichter je bij iemand in de buurt komt, hoe problematischer het wordt; de kleinste beweging is al te veel.’ Hij wijst op een portret van fotograaf Nancy Rexroth, die in haar slaapkamer op bed ligt, met achter haar rug een zwarte kat. ‘Die plek was zo donker, het was eigenlijk een onmogelijke foto om te maken. Maar ik wílde die kat erop hebben, ik wílde die uitdaging. Het voelde als schilderen, zo langzaam ging het. En het was heerlijk.’

Hij leek beter aan te voelen hoe mensen zich voelden. Had iemand behoefte aan meer afstand? Prima, de fotograaf deed een stap terug en fotografeerde van achter de boekenkast. Wilde iemand per se op bed liggen met een bosje lavendel in zijn hand, zoals Alex uit Boekarest, een man in korte broek die met opgetrokken knieën op zijn zij ligt, kwetsbaar als een verdrietig kind – ook goed. Hoewel.

‘Ik was ongerust over deze foto,’ zegt Soth. ‘Ik wist dat-ie zou lijken op een typische Alec Soth-foto, alsof ik weer had lopen pushen en ensceneren. Maar het was zíjn idee, ik vroeg nog: ‘Weet je het zeker?’ Ja: hij wilde zelf op dat bed gaan liggen. En uiteindelijk ben ik blij dat dit beeld ertussen zit, want onze ontmoeting was te gek.’
En toch. Terwijl de fotografiewereld nu kennismaakt met Furiously, het project dat aan de man wordt gebracht als het product van een herboren Alec Soth, een verbeterde versie van de fotograaf die hij eerst was na een serie openbaringen, voelt de fotograaf zelf dat de magie van die meditatieve ervaring alweer is verdwenen.
‘De ervaring is waargebeurd, ik heb dat niet verzonnen. Ik dacht echt even dat de dingen fundamenteel veranderd waren, maar na een tijdje voelde ik de invloed ervan verdwijnen. Toen ik me verbonden voelde met alles en iedereen, had ik niet de behoefte mijn werk te delen. De ander ontmoeten, energie uitwisselen – dat was genoeg. Maar op een gegeven moment speelde mijn ego weer op, viel ik terug in mijn oude gewoonten. En nu ben ik gewoon weer, nou ja, de manipulatieve lul die ik altijd was.’
Hij lacht. De periode heeft hem heus wel wat opgeleverd, al was het maar het besef dat hij kennelijk fotografeert vanuit de behoefte aan menselijk contact, dwars door de camera heen, en om dat contact te vertalen in een foto die de lading dekt. ‘Ik zie nu dat dát is waar ik al die tijd mee bezig ben geweest: de worsteling om me te verbinden met de ander, en hoe dat soms lukt en soms ook helemaal niet. Dát wil ik laten zien.’ De openheid die hij voelde tijdens het fotograferen voor I Know Just How Furiously Your Heart is Beating – hij mag haar inmiddels een beetje kwijt zijn, hij weet nog hoe ze voelt. ‘Daar probeer ik nu weer uit te komen.’

Wie Alec Soth volgt op sociale media, weet dat hij houdt van poëzie. Dikwijls gaan zijn foto’s op Instagram vergezeld van gedichten of dichtregels. De titel van zijn project I Know How Furiously Your Heart is Beating komt uit het gedicht ‘The Gray Room’ van de Amerikaanse dichter Wallace Stevens uit 1971. Het gaat over het observeren van iemand anders en uit de kleine dingen afleiden dat onder het ogenschijnlijk rustige oppervlak een hoop emoties schuilgaan. ‘Ik lees het als een verlangen naar contact,’ zegt Soth. ‘Het dekt precies de lading van mijn werk.’
The Gray Room
Although you sit in a room that is gray,
Except for the silver
Of the straw-paper,
And pick
At your pale white gown;
Or lift one of the green beads
Of your necklace,
To let it fall;
Or gaze at your green fan
Printed with the red branches of a red willow;
Or, with one finger,
Move the leaf in the bowl–
The leaf that has fallen from the branches of the forsythia
Beside you…
What is all this?
I know how furiously your heart is beating.
Dit stuk verscheen op 4 september 2020 in de Volkskrant.
De tentoonstelling I Know How Furiously Your Heart Is Beating is nog t/m 6 december te zien bij Foam, Amsterdam.
Ik ben blij jouw teksten weer te kunnen lezen! Blij dat je er weer bent!
Wat fijn om te lezen, dankjewel! Zal mijn best doen om weer wat regelmatiger te posten.