Verreweg het huiveringwekkendste fragment uit The Fourth Estate, de vierdelige documentaire over The New York Times tijdens de eerste honderd dagen van Trumps presidentschap, is dat waarin Trump ten overstaande van een volle bak aanhangers de ‘liegende’ pers bestempelt als ‘vijand van het volk’ en de juichende menigte zich als één man omdraait naar de paar journalisten die achterin de zaal verslag zitten te doen. Die blijven even zitten, graaien dan hun laptops en telefoons bij elkaar en verlaten gehaast de zaal.

© Alex Wong / Getty
Kijk, zou ik nu kunnen zeggen: hier heb je ze, die rennende reporters. Zie ze vluchten, als ratten verlaten ze het zinkende schip dat ‘fake news’ heet. Ik zou de foto’s op Twitter kunnen zetten, met een of andere ophitsende hashtag erbij, zoals #fleeingfakes of #runningrats, en het zou sowieso íets doen, want er zijn altijd mensen die graag meedoen aan een relletje, of ze er nu zelf in geloven of niet. De dingen kunnen snel gaan; een paar jaar geleden retweette ik op nieuwjaarsdag zonder na te denken een ruimtefoto van een zogenaamd door vuurwerk oplichtend Nederland met het blije onderschrift: ‘Zo zag Nederland er vannacht uit’. Ik wil hier niet beweren dat het bericht viral ging, maar het scheelde toch niet veel. Maanden later werd het nog rondgepompt, terwijl ik vijf minuten na het plaatsen al wist: hier klopt geen moer van. Hoe onschadelijk de foto ook was, ik schaamde me, terecht, kapót.
Dat hopelijk nooit meer. Dus hier: dit zijn inderdaad foto’s van sprintende journalisten. Ze rennen alleen niet weg voor een joelende roedel Republikeinen; ze sprinten vanuit de rechtszaal, waar mobiele telefoons verboden zijn, regelrecht naar hun redacties om verslag te doen van de uitspraak tegen Paul Manafort, de oud-campagneleider van Trump, die op 21 augustus schuldig werd bevonden aan fraude en belastingontduiking. Met dat onderschrift werden deze twee foto’s de week daarna althans op sociale media verspreid. Er werd een beetje gelachen om de verbeten gezichten van de journalisten, en de man in het blauwe overhemd rechts werd vrij grappig gephotoshopt alsof-ie een karateka was die voor het eerst met zijn blote hand een baksteen doormidden moest hakken, maar over het algemeen was dit de boodschap: journalisten zijn bezielde, hardwerkende mensen die ook best weleens een complimentje mogen krijgen.

Bron: Reddit

Bron: Reddit
De aanleiding voor die ruggensteun was ongetwijfeld de actie van honderden Amerikaanse kranten halverwege augustus. Op initiatief van The Boston Globe verschenen talloze hoofdredactionele commentaren waarin werd geageerd tegen Trumps onophoudelijke aanvallen op de pers. Ineens zag Cassie Semyon, stagiaire bij NBC News, zichzelf tientallen keren terug op Twitter, sprintend als Florence Griffith-Joyner tijdens de Olympische Spelen. ‘Wie is de vrouw in de blauwe jurk?’, kopten diverse online media onmiddellijk. ‘GoBlueDressGo’ luidde de hashtag bij haar vaak gedeelde foto. ‘Thank you for doing our industry proud’, schreef een collega-journalist. En Robert Asencio, een democratische politicus in Florida, twitterde dat de foto van de fanatiek rennende journalisten de personificatie was van het First Amendment van de Amerikaanse grondwet.

[video still] Cassie Semyon: Go Blue Dress Go!
Toen bleek dat de foto van de rennende reporters, met op rechts die karate-kid, helemaal niet werd gemaakt op de dag dat Paul Manafort in de Albert V. Bryan United States Courthouse in Alexandria, Virginia werd veroordeeld. De foto toont het Hooggerechtshof in Washington D.C., dat op 25 juni 2015 homostellen in alle Amerikaanse staten het recht gaf om te trouwen. Oók breaking news destijds, ook een reden om te rennen – maar dit beeld had niets te maken met Manafords veroordeling en de reactie van de pers daarop. Het was een foto die zonder factcheck was ingezet als symbool, om een punt te maken. Het was propaganda.
Even klopte ik mezelf op de borst. Was ik dáár mooi even niet ingetuind. Tot ik bedacht dat ik maar beter gewoon goed kon blijven opletten.
Dit artikel verscheen op 31 augustus 2018 in de Volkskrant.