Dit stuk verscheen op 30 maart 2017 in de Volkskrant. Ik paste het een beetje aan en plaats het nu, middenin de grijze winter, omdat ik niet kan wachten tot alles weer groen wordt. Inmiddels is The Miracle Garden van Elspeth Diederix in het Amsterdamse Erasmuspark gelukkig al in een vergevorderd stadium, kijk maar op Instagram.

Instagramfeed van @miraclegardening, foto’s © Elspeth Diederix
Wie had ooit gedacht dat hyacinten en blauwe druifjes elkaar zo in de weg konden zitten? Kunstenaar Elspeth Diederix (46) in elk geval niet; die stopte de bollen van beide bloemen gewoon samen in een pot onder het mom van: er komt vast wel iets leuks uit. Nou. Dat heeft ze geweten. De hyacinten schoten als potige sloopkogels uit de aarde en drukten de blauwe druifjes weg. Niet dat het erg is. We bevinden ons hier immers in een laboratorium van bijna 300 m2 in Amsterdam-West, waar miskleunen zoals deze gebeuren zodat de laborant ervan kan leren. Bovendien, wijst Diederix: andere experimenten lukten wel. Hier kwam bijvoorbeeld een voorbeeldig hoepelroknarcisje uit de grond tevoorschijn en daar doen een paarse iris en het paarsgroene blad van de Tulipa Redwood totaal onverwacht aan kleurrijm. Uit de grond van haar hart: ‘Spannend hè? Ik kijk hier elk sprietje omhoog.’
Dit laboratorium is haar eigen tuin. En Diederix, bekend van zorgvuldig samengestelde fotografische stillevens waarin haar zelfgekweekte bloemen en planten regelmatig een glansrol hebben, is de tuinier. Die combinatie – kunstenaar en tuinman, dan wel -vrouw – komt vaker voor. Elspeth Diederix vertoont veel overeenkomsten met Claude Monet, de beroemde impressionist die zijn zelf aangelegde lustoord in Giverny, ten westen van Parijs, als decor gebruikte voor zijn schilderijen. Maar dat komt zo.
Ongeveer twee jaar geleden hoogde Diederix, die een avondopleiding tot hovenier volgt, de drassige grond achter haar huis op met nieuwe aarde. Haar man, kunstenaar Jeroen Kooijmans, bouwde een kas van oude kozijnen. Daar kronkelen nu de bleke blaadjes van de siererwten uit de kweekpotjes omhoog, terwijl in een ander hoekje het frisse groen van de Lupinus ‘Sunrise’ elke nacht wordt aangevreten door – ja wat eigenlijk? Een slak, een muis? Wat het ook is, dit brutale beest heeft geen benul dat het knaagt aan de fundamenten van een nieuw kunstproject.

Instagramfeed @miraclegardening, alle foto’s © Elspeth Diederix
Eind 2016 won Diederix de eerste Let It Grow Artist Grant. De beurs is een initiatief van Let It Grow, een recent opgericht hoofdstedelijk platform voor de stimulering van stadsgroen. De kunstenaar mag tienduizend euro besteden aan het ontwikkelen van een plan om de Amsterdammer, het hoofd vol bakstenen en rolkofferirritatie, dichterbij de kalmte van het plantenrijk te brengen. Tijdens de eerste editie van het Greenhouse Festival, in maart 2017, ontvouwde Diederix haar plannen voor The Miracle Garden, een weelderige snijbloementuin met een kas waar ze de wonderen der natuur met haar camera op de voet wil gaan volgen. Als alles goed gaat, zal de tuin in het voorjaar van 2018 in al haar glorie te zien zijn. Belangstellenden kunnen het uitlopen van The Miracle Garden, behalve in het echt natuurlijk, volgen via een Instagramaccount en via posters die door de stad verspreid zullen worden.
De eerste poster is al klaar: een foto van een sneeuwklokje dat als een schemerlampje zijn regenbooglichtbundel op de grond richt. Het is een typisch Diederix-beeld, schilderachtig en een beetje magisch en zonder hulp van Photoshop verkregen. Ze laat zien hoe het heeft gedaan: ze knutselde van stroken gekleurd papier en ijzerdraad een waaiertje dat ze voor een grote afdruk van een sneeuwklokje heen en weer zwaaide, terwijl ze de sluiter van haar camera helemaal open had gezet. Het resultaat is die wonderlijke straal ‘licht’, afkomstig van dat bewogen waaiertje.
‘Grappig toch? Daar ben ik een ster in, in dat geknutsel.’ Ze gniffelt om zichzelf, maar het is waar. Wie haar blog The Studio Garden volgt, weet dit al lang. Daar presenteert Diederix regelmatig foto’s van tulpen die ze beschilderde met ragfijne geometrische patroontjes, met verf versierde distels of de tot groene slingers geknipte blaadjes van de Oost-Indische kers. Fijngevoelige, geconcentreerde installaties zijn het, zoals ze die ook al jaren maakt met doodgewone, alledaagse dingen: plastic tuinstoelen, rolletjes felgekleurd tape, petflessen, noem maar op. Ze hing gekleurde plastic zakken als bloemen in een struik, lichtte een roze bekertje extra dramatisch uit, zette een rode stip in het hart van de witkanten bloemen van de wilde peen.

Queen Anne’s Lace Red Dot, 2016 © Elspeth Diederix, beeld afkomstig van The Studio Garden blog

Rainbow Echinops, 2016 © Elspeth Diederix, beeld afkomstig van The Studio Garden blog
‘Kijk, als ik de schoonheid van een of ander ding wil laten zien,’ zegt ze ‘moet ik er toch iets aan doen om dat duidelijk te maken. Bloemen zíjn natuurlijk al mooi, maar toch – je kunt een heel saaie foto van een bloem maken. Door onopvallende dingen extra te belichten, de achtergrond donkerder te maken of een streepje extra kleur te zetten kan ik de schoonheid ervan benadrukken. Zo’n tulpenblaadje beschilder ik niet om de natuur mooier te maken; er zit meestal al een tekening in zo’n blad, die werk ik uit. Meer is het niet. Ik til het gewoon allemaal een beetje op zodat anderen kunnen zien hoe bijzonder het is. Mijn kindjes lopen nu door de tuin en roepen dan: “O, wat mooi. Heb jij dat getekend?” Meestal is dat dan niet zo.’
Diederix’ tuin is dus de setting voor haar werk. Net zoals Giverny de openluchtstudio van Monet was. Op oude foto’s ziet de schilder er met zijn woeste lange baard uit als de oertuinier of misschien wel als God, na een dag zware arbeid leunend op zijn hark in zijn zelf gecreëerde, 19de-eeuwse paradijs. Monet kweekte dahlia’s zo groot als zonnebloemen en zinderende bedden van knalrode geraniums. Hij bouwde er een Japans houten bruggetje en liet de vijver dichtgroeien met waterlelies. Net als Diederix vele decennia na hem besteedde hij (zoals de impressionisten voor het eerst in de kunstgeschiedenis deden) aandacht aan doodnormale dingen: het zonlicht dat door het gebladerte op de grond uiteen spatte, een varend stelletje in de vijver, het schaduwspel op het tuinpad, de bloemenzee langs het water. En net als Diederix zette hij sommige kleuren extra aan, speelde hij met licht en donker, verfde hij het Japanse bruggetje nét even wat feller groen dan het in werkelijkheid was. Gewoon, om de schoonheid van de dingen te benadrukken, om ze even op tillen en te zeggen: Kijk dan.

Monet in zijn tuin in Giverny, 1921
‘De tuin zelf is wat mij betreft geen kunstwerk’, zegt Diederix. ‘Ik maak foto’s; dat is mijn werk.’ Ze speelt met het idee om het Instagramaccount van The Miracle Garden uit te breiden met lossere, dagboekachtige foto’s van het reilen en zeilen in de tuin. Maar hoewel ze houdt van de vrijheid die fotograferen met haar mobiele telefoon haar geeft, twijfelt ze. Het kan ook te los. Uiteindelijk gaat de kwaliteit van de foto altijd voor.
Ook wanneer dat betekent dat ze beslissingen moet nemen die voor de planten niet altijd even gunstig zijn? ‘Ja’, glimlacht ze, ‘ook dan. Ik verpot bollen naar mooiere potten, terwijl ik er eigenlijk af zou moeten blijven. Ik knip bloemen af of kleur ze. Ik ben heel hard, maar dat is dan jammer. Als het er maar goed uitziet op de foto.’
Volg The Miracle Garden via Instagram: @miraclegardening
The Studio Garden Blog: thestudiogarden.blogspot.nl

Na afloop van het gesprek kreeg ik bloemetjes uit Diederix’ eigen tuin mee.
Het tuinvirus tiert welig onder kunstenaars. Hier volgt een greep uit de diverse projecten van hen die met hun groene vingers zowel planten presenteren als kunst kweken (niet in volgorde van belangrijkheid).
In 2013 strooide Birthe Leemeijer (die net als Elspeth Diederix een hoveniersopleiding volgde) voor De onbegrensde tuinen 70 duizend wilde tulpenbolletjes uit op verschillende plekken in kunstdorp Diepenheim en in de daarop volgende jaren nog eens 70 duizend in Schiedam, Delft en Utrecht. De botanische tulpen, die allemaal op een ander tijdstip uitkomen, zoeken nu elk jaar hun weg naar boven, op zoek naar de beste omstandigheden.
Voor haar Herbarium Cataplasma (2014) reconstrueerde Laurence Aëgerter samen met buurtbewoners een middeleeuwse medicinale kloostertuin in Leeuwarden. De planten werden gebruikt om foto’s van geruïneerde landschappen (bomkraters, ingezakte gebouwen, brandende olievelden) te ‘genezen’.
Ella Reitsma kweekt oude plantensoorten en fotografeert die. Haar collages, een combinatie van haar eigen foto’s en onder meer de 17de-eeuwse prenten van Maria Sibylla Merian, worden in speciaal gemaakt dozen gepresenteerd.
Ze wijkt wat af, omdat ze niet in een tuin-setting werkt, maar toch kweekt Diana Scherer wel degelijk planten. In samenwerking met biologen van de Radboud Universiteit in Nijmegen laat ze de kriebelige wortels in allerlei decoratieve patronen groeien. Het resultaat fotografeert ze.
Hoera, ook mannelijke kunstenaars hebben groene vingers. De Onkruidenier is een initiatief van Jonmar van Vlijmen en Ronald Boer, dat onkruid weer een waardevolle betekenis wil geven. Daartoe kweken ze ‘ongewenste’ planten (brandnetel, paardenbloem, hondsdraf) en organiseren ze workshops, expedities en proeverijen.