De confronterende kont

Die van Bill Brandt vielen niet te omzeilen. In eerste instantie natuurlijk vanwege ’s mans voornaam, die niet mag ontbreken in een stukje over billen of – mooier, veel mooier in de woorden van Gerard Reve – de plek ‘waar de rug van naam verandert’, alsof het een geheimzinnig gebied betreft dat op geen enkele kaart staat aangegeven. Ten tweede omdat Bills billen van een buitenaardse schoonheid zijn, net als de meeste van de lichaamsdelen die de Duits-Britse fotograaf vastlegde trouwens. In een wereld die verder hard en hoekig is overbelichtte hij een kont zo rond en gaaf als de maan of de onderkant van een peer, met precies dat mysterieuze van een besneeuwde berghelling die nog niemand betrad.

24724-bb-s

© Bill Brandt, St John’s Wood, London, 1957

Maar. Dit zijn niet Bills eigen billen. Dit zijn vrouwenbillen. En die werden al zo vaak bezongen, zowel in de kunst als in de media. Het is een lange weg van de platte kalkstenen vloerkadetjes van de Venus van Willendorf, vruchtbaarheidsbeeldje uit het Laat-paleolithicum, tot het machtige, afgetrainde Instagram-achterwerk van Kim Kardashian (houd onderweg vooral even halt bij de romige, zeventiende-eeuwse karnemelksepapbipsen van Peter Paul Rubens’ De Drie Gratiën). Maar wat al die vrouwenbillen door de eeuwen heen gemeen hebben is hun perfectie, al naar gelang de schoonheidsidealen van het moment waarop ze het licht zagen. Vrouwenbillen zijn nooit eens ronduit lelijk of vies of anderszins impertinent. Ik vond een poepend en plassend vrouwtje, geëtst door Rembrandt in 1631, maar ranzig? Niks hoor, je ziet bovendien alleen de voorkant.

venus-of-willendorf-back-view

Venus van Willendorf van achteren

619px-peter_paul_rubens_-_de_drie_gratien_prado_madrid

Peter Paul Rubens, De drie Gratiën, 1630-1635

Nee, dan de mannenbillen. Natuurlijk: ook hier een hoop volmaaktheid. Zo heb ik zelf tijdens een bezoek aan het Metropolitan Museum of Art in New York een behoorlijk tijdje staan staren naar de achterkant van Antonio Canova’s Perseus, een beeld uit 1804 en een kopie van het origineel uit 1790. Het werd bij Canova nabesteld door de Poolse gravin Valeria Tarnowska en ik weet wel waarom. Ongetwijfeld vroeg ook zij vroeg zich destijds, uit puur kunsthistorische interesse uiteraard, af hoe de beeldhouwer het voor elkaar had gekregen om de billen van Perseus zo perfect eender uit het marmer te bevrijden. Deze sculptuur gáát om de billen, iets wat ze bij de Vaticaanse Musea waar het origineel staat, niet begrepen hebben. Daar stopten ze Perseus in een nisje, met zijn royaal gespierde toges tegen de muur. Dan mis je als bezoeker dus mooi dat kuiltje aan de zijkant van de rechterbil. Daarin zit alle spanning die de Griekse held zo-even moet hebben gevoeld bij het afhakken van het hoofd van Medusa, dat hij nu triomfantelijk in zijn hand houdt.

antonio_canova_perseus_with_the_head_of_medusa_1804-06_02

Antonio Canova: Perseus met het hoofd van Medusa, 1804-1806, Metropolitan Museum of Art, New York

Maar behalve dat de mannenkont in de kunst vaak een uiting van klassieke schoonheid en atletische masculiniteit is (met de geëtste Hercules van Hendrick Goltzius (ca. 1592) als toppunt – die kreeg billen als opgeblazen ballonnen) kan hij ook behoorlijk confronterend zijn, veel confronterender dan de vrouwenkont. Zo vereeuwigde de getormenteerde Oostenrijkse expressionist Egon Schiele zichzelf in 1910 meedogenloos van achteren op het schilderij Standing Male Nude, met een knokig, verwrongen lichaam en een paar kleine vuurrode billen, waaronder ietwat lullig zijn klokkenspel bungelt. Ook behoorlijk expliciet, zelfs zo dat je bijna niet durft te kijken, is Male Beauty (2002) van de Zuid-Afrikaanse schilder Marlene Dumas. Haar protagonist, een jonge zwarte man, duwt zijn hoge roze aquarelbillen haast in het gezicht van de kijker.

egon-schiele-self-portrait-from-the-back

Egon Schiele: Zelfportret van de achterkant

albertina_marlene-dumas

Marlene Dumas: Male Beauty

Toch halen deze achterwerken het wat betreft onbeschaamdheid niet bij de derrière die fotograaf Jan Hoek vorig jaar vastlegde in de Thaise seksindustriestad Pattaya. Hoek, die er een open en wederkerige relatie met zijn modellen op nahoudt, kreeg het verzoek van een man om een profielfoto van hem te maken voor op Grindr, een datingapp voor homo- en biseksuele mannen. Goed, zei de fotograaf, dat doe ik gratis, maar dan maak ik ook foto’s voor mijn eigen gebruik. De man ging akkoord. En nu staat zijn uitgestreken achterwerk in een vrolijk boekje, onderdeel van het project The Pattaya Sex Bubble, gecombineerd met foto’s van olifantenkonten, want inderdaad: de billen van deze man, door Hoek zonder scrupules vastgelegd, eenmaal zelfs hilarisch versierd met rietjes en bloemenslingers, doen denken aan de achterkant van een olifant, met de slappe, tussen zijn bovenbenen gezogen testikels als het begin van een staartje. Geheimzinnig, onontgonnen gebied? Dacht het niet.

processed_cdf70c15420b9d88dd3a5e34ebd6adfc

© Jan Hoek, uit: Pattaya Sex Bubble 3, 2015

 

Dit stuk verscheen op 14 september in de Volkskrant.

4 thoughts on “De confronterende kont

  1. Weer een goed verhaal. Ik had in mijn herinnering Heracles de rol gegeven van held die met een spiegel Medusa’s hoofd afhakte. Maar het was dus Perseus. Heb zijn leven ook even gelezen. Ik was altijd dol op mythologie. Net als sprookjes vertellen.
    Zelf ben ik ook dol op goede billen. Helaas ben ik er zelf niet mee gezegend. Hetgeen mijn fascinatie zou kunnen verklaren haha.
    Greetje

  2. Hallo, ik heb je in het programma Kunstof gehoord en ben zeer nieuwgierig geraakt in je schrijven. En dus je blog ontdekt en dit artikel over billen gelezen. Leuk (en ook nog leerzaam). Ik moet altijd denken van hoe konten zo “in” zijn maar dat je er ook de hele tijd gewoon op zit. Afijn, ik zou het beter kunnen uitleggen maar één zin is genoeg. Fijne dag!

Geef een reactie op The Aubergine Coat Reactie annuleren