Wat Je Aantrekt: De performance van het dagelijks leven. Ad de Jong

De stilte duurt langer dan verwacht. Ad de Jong (62) zit op een lage kruk in zijn atelier en neemt bedachtzaam een hap van zijn cake. Kauwt en peinst, kijkt naar boven, waar een grote geel-oranje sculptuur van epoxyhars en fiberglas aan een haak in het plafond hangt, kauwt en slikt. Zegt dan langzaam: ‘Nou… neeee.’ De vraag was of hij lievelingskleren heeft. Maar die term blijkt in het woordenboek van Ad de Jong, beeldend kunstenaar uit Amsterdam, helemaal niet voor te komen.

‘Lievelingskleren’, zegt hij, ‘dat zijn kleren waarin je je fijn en veilig voelt. Die heb ik niet nodig; ik voel me eigenlijk altijd goed. Ik twijfel nooit over wat ik draag, maar áls ik dat zou doen, dan zou ik plezier scheppen in het ongemak. Voor vrouwen is dat misschien anders, maar mannen denken gewoon: Ach ja, die is gek, of zo. Klaar. En bovendien: ik heb er totaal geen probleem mee om voor gek te staan.’

IMG_1381

Ad de Jong Foto © Zahra Reijs

Niet dat hij erop uit is om op te vallen, deze tot in de details verzorgde man, die zijn kleding bewust tot een belangrijk onderdeel maakte van leven en werk. Complimenten zijn welkom, maar om aandacht is het hem niet te doen. Graag zou hij eens een lange rok dragen, gewoon over zijn broek heen, dat lijkt hem geweldig staan en zo lekker zitten – maar hij doet het niet. ‘Dat kan misschien één keer’, zegt hij, ‘maar dan kom je toch al snel bij het punt dat mensen gaan denken: O, hij wil zeker opvallen. En daar heb ik geen zin in’.

Desondanks is Ad de Jong niet iemand aan wie je zomaar voorbij loopt. Hij is één van die zeldzame Nederlandse mannen die niet terugdeinzen voor kleur. Zo kleurrijk als zijn werk (er hangt een epoxy-fiberglassculptuur als een gigantische ijslolly in de openbare hal van het Paleis van Justitie in Amsterdam, waarvan de felgele, oranje en roze stroken tot op de grond hangen), zo is ook zijn kleding. Vandaag draagt hij bijvoorbeeld dit: een turquoise overhemd met lange kraagpunten, daaroverheen een polo met een motief van donkerblauwe en rode harlekijnruitjes en dáároverheen, ‘om het af te dekken’, een kanariegeel wielrenjack: ‘een energiekleur’. Eronder een wijdvallende broek met zachtgrijze ruiten van Vivienne Westwood en groengrijs geruite sokken. Als accessoires zijn er twee brillen, één voor dichtbij en één voor gewoon, met dikke monturen van transparantoranje gevlekt kunststof.

IMG_1407

Foto © Zahra Reijs

Deze combinatie, zegt de kunstenaar, heeft hij nog nooit eerder gedragen, maar hoort wel bij elkaar. Ze is het resultaat van een jarenlang persoonlijk onderzoek naar de werking van kleuren en hoe ze op anderen overkomen ‘in de performance van het dagelijks leven’.

‘Kleding is net als muziek’, zegt De Jong. ‘Zonder iets te zeggen schep je er sfeer mee. Je gééft mensen meteen iets.’

Dat klopt. Ik word bijzonder vrolijk van dit ensemble. Het is kleurrijk, maar niet overdreven schreeuwerig, alsof een kleuter vanmorgen een ongecoördineerde graai deed in de klerenkast. Het is gebalanceerd en overdacht. Het vraagt aandacht, maar een prettig soort aandacht; tijdens het gesprek kunnen mijn ogen afdwalen, vooral naar de harlekijnruitjes en hoe het geel van het jack prachtig past bij het lichtgrijs van de broek, zonder dat ik stop met luisteren. Het is alsof de kleurige outfit van Ad de Jong voortdurend visueel bevestigt wat hij vertelt.

IMG_1393

Ad de Jong Foto © Zahra Reijs

En hij vertelt veel. Over de roerige jaren tachtig in Amsterdam, de tijd waarin hij als performancekunstenaar optrad en op het Waterlooplein de rekken met gekleurde tweedehands overhemden ontdekte. Over de rauwheid van die jaren, waarin niemand geld had maar wel volop bevlogenheid, kunstenaarsmateriaal gewoon op straat te vinden was en iedereen meteen riep wat-ie ervan vond, wanneer je met een punkband op het podium stond of op de straathoek ingewikkelde jazz uit je saxofoon stond te wringen. De helderheid van die tijd, de primaire reacties van de punk – ‘het is de vonk geweest die alles heeft aangezet’.

Sindsdien draait het in zijn leven om twee dingen: om het bereiken van diezelfde helderheid en het voortdurend nastreven van nieuwe vormen. Alles, van hoe hij in de auto zit of een boterham eet tot aan de manier waarop hij in zijn atelier zijn pigmenten mengt of ’s ochtends zijn kleren kiest – elke handeling moet zo helder mogelijk zijn en zo nieuw mogelijk voelen, ook al heeft hij het al duizend keer eerder gedaan. Niet voor niets luidt zijn ‘motto’: Start a new art world. ‘Ik probeer niet te teren op wat ik al ken, dat voelt niet goed.’

IMG_1401

Werkjasjes in geel, de ‘energiekleur’. Foto © Zahra Reijs

Vandaar de kleurencombinatie van vandaag: een nieuwe, maar wel één die meteen duidelijk maakt wie Ad de Jong is. Iemand die het visuele vooropstelt en niet wil dat mensen zich eerst door een wolk van theorieën en ideeën moeten worstelen, voordat ze hemzelf of zijn kunstwerken kunnen ontwaren. ‘Die ideeën zíjn er natuurlijk wel. Maar het is niet zo dat mensen eerst een ingewikkelde tekst moet lezen en dan pas mijn werk kunnen begrijpen. Dat vind ik heel erg armoedig. Ik wil juist dat iemand die een vorm of een kleur van mij ziet, meteen begrijpt waar het over gaat. Of eigenlijk wil ik dat er niets te begrijpen vált. Dat het visuele zo sterk is, dat het onmiddellijk een impact op je heeft. En dat geldt net zo goed voor mijn kleren.’

IMG_1414

Ad de Jong Foto © Zahra Reijs

Hij trekt nooit zomaar iets aan. En als het moet, kan hij de kleuren temperen. ‘Vóór elke afspraak denk ik: wat is het voor ontmoeting? Is het handig om neutraal te zijn, zodat die ander zich op zijn gemak voelt? Dan draag ik een grijs T-shirt en een werkbroek. Heb ik een verjaardag? Dan ga ik er niet beter uitzien dan de jarige, maar trek ik wel een leuk overhemd aan, zodat duidelijk is dat ik het leuk vind om er te zijn.’ Wie hij ook ontmoet, het is belangrijk dat zijn kleding voor zich spreekt, dat hij er ‘open en helder’ uitziet, ‘zodat mensen het idee hebben dat ze alles kunnen zeggen’.

‘Kleding is een beweging naar iemand toe. Ik draag mijn kleding nooit voor mezelf, maar altijd voor anderen.’

 

Gepubliceerd op 7 oktober 2015 in de Volkskrant.

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s