Het is 2002 en Troy Webb, een jonge zwarte Amerikaan, bevindt zich in een drassig bos in Virginia. Hij is hier nog nooit eerder geweest en toch heeft deze plek zijn leven ingrijpend beïnvloed. Webb zou hier iemand verkracht en beroofd hebben. Hij werd tot 47 jaar cel veroordeeld. Na zeven jaar bleek dat Webb onschuldig was en nu staat hij tussen de bomen, in een net grijs pak. Hij poseert voor fotograaf Taryn Simon. Zij maakt een serie, getiteld: The Innocents, over onschuldige mensen op schuldige plekken en de dubieuze rol van de fotografie.

© Taryn Simon: TROY WEBB. Scene of the crime, The Pines, Virginia Beach, Virginia. Served 7 years of a 47-year sentence for Rape, Kidnapping and Robbery, 2002 © Taryn Simon. Courtesy Gagosian Gallery
Dertien jaar oud en nog altijd heeft Simons serie niet aan overrompelend vermogen ingeboet. Niet voor niets trapt haar overzichtstentoonstelling in de ruime bovenzalen van het Parijse Jeu de Paume af met deze onschuldig veroordeelden, die zich op haar zorgvuldig geconstrueerde foto’s bevinden in het niemandsland tussen werkelijkheid en fictie.
Er ligt een briljant idee aan de serie ten grondslag. Taryn Simon (39, New Yorkse) koos alleen de rechtszaken uit waarin mensen waren veroordeeld, omdat ze door anderen herkend zouden zijn op foto’s. Fotografie als ‘bewijs’. En nadat hun onschuld was bewezen, toonde Simon met sardonisch genoegen aan wat een slecht idee het is om een foto zomaar op zijn betrouwbare glans te geloven. Ja, dit zijn foto’s van de veroordeelden op de plaats van het delict. Maar nee, deze foto’s zijn geen bewijs van hun schuld. Kraaak doet het hoofd van de kijker.
Je leest het in bijna elke bespreking: het werk van Taryn Simon is ‘moeilijk’. Dat is te makkelijk; het is eerder werk waar je moeite voor moet doen. Je moet er inkomen, in haar manier van kijken en presenteren. Haar projecten gaan over grote, abstracte zaken als staatsveiligheid, grensbewaking, het individu versus de overheid. Maar dat zie je niet direct terug in haar foto’s, die afstandelijk en objectief zijn, en altijd een tekst en een uitgekiende vormgeving nodig hebben om begrijpelijk te zijn.
Dat kan ver gaan. Neem het project A Living Man Declared Dead and Other Chapters I-XVIII (geweldige titel) uit 2011. Hiervoor reisde Simon vier jaar lang rond om wereldwijd achttien bijzondere stambomen te verzamelen en de verhalen daarachter te vertellen, streng schematisch geordend in verschillende combinaties van kurkdroge foto’s en relatief veel tekst. In Parijs hangen er acht, ondermeer het verhaal van een Indiase man die door zijn familieleden doodverklaard was, opdat zij zijn land zouden krijgen en dat van Hans Frank, de juridisch adviseur van Hitler. Begin je eraan, dan is het fascinerende kost, voer voor romanschrijvers bovendien. Maar uitnodigen doet het werk niet meteen.
Daarom is het goed dat de tentoonstelling met The Innocents begint. Wat fotografie betreft is dat geen typisch Taryn Simon-werk: te verhalend, te theatraal. De zorgvuldig uitgelichte scènes doen denken aan filmstills of aan de grote tableaus van fotograaf Jeff Wall. Maar ze trekken je wel meteen de drempel over en bereiden je voor op een tentoonstelling waarin dit de belangrijkste gedachte lijkt: een foto staat nooit op zichzelf.

© Taryn Simon, The Innocents: Larry Mayes Scene of arrest, The Royal Inn, Gary, Indiana
Police found Mayes hiding beneath a mattress in this room
Served 18.5 years of an 80-year sentence for Rape, Robbery, and Unlawful Deviate Conduct, 2002
Er hoort altijd informatie bij, er is altijd een context. Het is een nuchtere constatering en een waarschuwing tegelijkertijd. Mijn werk moeilijk? lijkt Simon te zeggen. Pff, alsof het kijken naar welke foto dan ook een simpele opgave is.
Dat wordt verderop mooi geïllustreerd met The Picture Collection (2013). Simon snuffelde rond in het uitgebreide en uit 1915 stammende beeldarchief van de Public Library in New York, waar 1,2 miljoen beelden door de jaren heen uiterst secuur en handmatig per categorie zijn ingedeeld. Als een soort Google Image uit het pre-internettijdperk. Simon fotografeerde de afzonderlijke deelcollecties op haar herkenbare feitelijke wijze, waardoor je ze goed kunt bekijken. ‘Police’, ‘Wounded’, ‘Highways’, ‘Rear Views’ – het zijn wonderlijke vergaarbakken van allerhande beelden door elkaar: reclame, documentaire, kunst, doodgewone kiekjes.
Inspirerend, al die dwarsverbanden. Maar ook enigszins benauwend. Hier zie je hoe sterk labels kunnen zijn. Werd een foto eenmaal in de ene categorie ingedeeld, dan mag ie niet meer in de andere, ook al zou hij daar, vanuit een ander perspectief bekeken, ook best passen. Nee, zegt het hoofd, daar is daar, we blijven niet aan de gang. Die gedachte van je afschudden, beseffen dat hetzelfde beeld in een andere context een ander beeld kan opleveren – dát is pas moeilijk. Het werk van Taryn Simon kan daar alleen maar bij helpen.

© Taryn Simon, An American Index of the Hidden and Unfamiliar (2007): The Central Intelligence Agency, Ar, CIA Original Headquarters Building
Langley, Virginia
Taryn Simon (1975) maakte in 2007 wereldwijd naam met The American Index of the Hidden and Unfamiliar, een omvangrijk project met alweer zo’n literaire titel. Het is een inventarisatie van geheime en verborgen plekken in de Verenigde Staten. zHet hoofdkwartier van de CIA in Langley, Virginia. Een kooi op de buitenplaats van een gevangenis in Ohio, waar ter dood veroordeelden dagelijks worden gelucht. De opslagplaats voor verboden goederen op het John F. Kennedy vliegveld in New York. Die laatste foto gaf Simon ongetwijfeld het idee voor Contraband, een serie uit 2009, waarvoor ze deze verboden goederen stuk voor stuk fotografeerde.
Dit artikel werd op 8 maart 2015 gepubliceerd in de Volkskrant
t.g.v. de tentoonstelling Taryn Simon: Vues arrière, nébuleuse stellaire et le bureau de la propagande extérieure in Jeu de Paume, Parijs.
Een beschrijving van de tentoonstelling en haar werk, waardoor ik direct zin krijg om de tentoonstelling te gaan zien. Dank je!
Dank Caroline, dat is leuk om te lezen. Maar voor je afreist naar Parijs: de tentoonstelling is helaas al wel voorbij. Ik mag de recensies die in de Volkskrant verschijnen pas drie maanden na publicatie op mijn blog plaatsen, vandaar.