Wat droegen moeders toen ze nog geen moeders waren? Hoe keken ze, wat deden ze, wat dronken ze, hoe zat hun haar? En lijken wij op hen, wij dochters, die ooit zwoeren: we doen het anders, beter of misschien wel net zo goed als zij? Wij die ons afvragen: wat is er over van dit meisje, waar bleven die kleren, die lach, die onbezorgde blik, of die juist alles herkennen, dezelfde lach, dezelfde blik als dertig, veertig, vijftig jaar geleden. Hetzelfde gevoel voor stijl.
Het wemelt van de moeders in het pas verschenen boek Women in Clothes. Ze hebben commentaar op wat hun volwassen dochters dragen (hoewel een opgetrokken wenkbrauw vaak al genoeg is om te zorgen dat die hun eclectische combinatie verruilen voor iets ‘fatsoenlijkers’), geven ongevraagde adviezen (‘mijn moeder zei dat rood en zwart voor majorettes was’), maar dienen ook ter inspiratie.
‘Ik hou van deze foto van mijn moeder’, schrijft één zo’n dochter bij een zwart-wit kiekje uit de jaren zestig van een jonge vrouw met steil haar en een half onschuldig, half uitdagend lachje, zittend in een roeiboot. ‘Ze was hier tussen de achttien en twintig jaar oud en toen ik opgroeide, vertegenwoordigde dit beeld alles wat ik wilde zijn, de periode waarin ik wilde leven en het zelfvertrouwen dat ik ooit misschien zou hebben. I love her stripey top.’
Women in Clothes is een babbelbox in boekvorm. Sla het open en je wordt zowat verzwolgen door een golf van soortgelijke uitspraken, mijmeringen, anekdotes en gesprekken van en tussen vrouwen. Het boek oogt als een in chique softcover gestoken lexicon, vol met rubrieken, foto’s, tekeningen, hoofdstukken en beeldverhalen. Het werd met aanstekelijk enthousiasme samengesteld door drie jonge New Yorkse schrijfsters, en gaat, zoals de titel al weggeeft, over vrouwen en kleding.
Let wel: gewone kleding. Dus geen door stylisten uitgebalanceerde setjes van net niet bij elkaar passende, maar toch zo subliem matchende designerstukken met bijbehorende prijzen. Nee: overalls. Veel te grote truien met Kurt Cobain erop. Stukgelopen cowboylaarzen. Dagelijkse hoofddoeken, een rok met zakken en een bloemenjurk met babykots waar desondanks zes dagen achtereen in werd geleefd. Kleding die wordt gedragen door ‘gewone’, onbekende vrouwen van allerlei verschillende achtergronden en met verschillende geloven.
Vrouwen zoals Laura Snelgrove die vertelt hoe ze als kind een bloemetjesjurk over haar hoofd trok om zich te verstoppen en nog goed weet dat ze zich toen voor het eerst realiseerde dat kleding bescherming kan bieden. En iemand als Natasha Hunt, die zichzelf de ‘token black girl’ van haar omgeving noemt (een term die wordt gebruikt voor zwarte meisjes die worden gecast voor de meest onopvallende rollen in overwegend witte televisieseries of films, alleen maar om te kunnen laten zien hoe divers de samenstelling van de acteurs is) en die zich daarom zo ingetogen mogelijk gedraagt. ‘Ik heb gemerkt dat wanneer je jezelf kleedt als de ‘misfit’, het veiliger wordt om te verkeren in een wereld die jou als een willekeurige buitenstaander behandelt’, schrijft ze in het boek. De knal die je hoort wanneer je dat leest, zou weleens je brekende hart kunnen zijn.
Lees hier verder.
Verschenen in de Volkskrant op 21 oktober 2014.
Sheila Heti, Heidi Julavits, Leanne Shapton & 639 others: Women in Clothes. Blue Ride Press, New York. 31,50 euro.