‘Het afval werd weer mooi.’ Over kunst en vervuiling

 

Albatrossen houden van plastic. Ze schrokken het naar binnen: vrolijk gekleurde plastic dopjes, aanstekers, stukjes bierkrat, petfles en Tupperware-opbergbakje. Ze voeren hun jongen plastic en die jongen voeren hun jongen weer plastic. Zo werkt dat, evolutionair gezien: alles om vooruit te komen als soort.

Dit is natuurlijk lariekoek. Nou ja, dat albatrossen plastic eten – dat is helaas waar. Dat ze ervan houden niet. Maar je zou het kunnen denken bij het zien van de foto’s die de Amerikaan Chris Jordan neemt van vogellijken die hij vindt op de Midway-eilanden , een atol (een eiland gefundeerd op koraal) in de noordelijke Stille Oceaan. Daar liggen ze, die fiere jonge albatrossen, in verregaande staat van ontbinding, met in hun magen fleurige plastic tafereeltjes. Ultieme hedendaagse stillevens, zo perfect van compositie – geen mens had ze kunnen bedenken.

 

©Chris Jordan: Midway, CF010257, 2010

©Chris Jordan: Midway: Message from the Gyre (2009-nu)

 

©Chris Jordan: Midway: Message from the Gyre (2009 - Current)

©Chris Jordan: Midway: Message from the Gyre (2009 – nu)

 

©Chris Jordan: Midway: Message from the Gyre (2009 - Current)

©Chris Jordan: Midway: Message from the Gyre (2009 – nu)

 

En toch zijn ze man-made. Want in die Stille Oceaan drijft nog een ander eiland, een eiland gemaakt van plastic: de ‘Kunststofarchipel’, ongeveer 34 keer de grootte van Nederland. Dat plastic is afkomstig uit onze ijskasten, uit onze supermarkten, uit onze uitpuilende vuilniszakken. Het kwam in het zeewater terecht en blijft daar, door de grote ringvormige zeestroming in de Stille Oceaan, eindeloos rondjes draaien. Het vergaat niet. Albatrossen denken dat het voedsel is, wellicht zien ze een plastic aansteker aan voor een sardientje en ze sterven door gebrek aan eten dat wel verteert. Onze massaconsumptie maakt ons direct verantwoordelijk voor de schrijnende kunstwerkjes binnenin de vogels.

 

Foto via Algalita Marine Research Foundation

Foto via Algalita Marine Research Foundation

 

Chris Jordan hield zich al eerder bezig met vervuiling. Voordat hij de dode albatrossen op het spoor kwam, maakte hij ‘portretten’ van de Amerikaanse massaconsumptie in de serie Intolerable Beauty (2003-2006): beeldvullende landschappen van e-waste, auto’s, frisdrankflesjes. Sinds 2009 is hij in de weer met de Midway-eilanden, waar hij fotografeert, filmt en samen met zijn vrouw werkt aan een boek over de tragiek van de albatrossen. Milieuorganisaties wisten niet hoe snel ze hem moesten omarmen en ze bestempelden de fotograaf als dè representant van de groene beweging in de kunst.

 

©Chris Jordan: Circuit boards #2, New Orleans 2005, uit de serie: Intolerable Beauty: Portraits of American Mass Consumption (2003 - 2005)

©Chris Jordan: Circuit boards #2, New Orleans 2005, uit de serie: Intolerable Beauty: Portraits of American Mass Consumption
(2003 – 2005)

 

©Chris Jordan: Cigarette butts, 2005, uit de serie: Intolerable Beauty: Portraits of American Mass Consumption (2003 - 2005)

©Chris Jordan: Cigarette butts, 2005, uit de serie: Intolerable Beauty: Portraits of American Mass Consumption
(2003 – 2005)

 

Er zijn er meer zoals Jordan, die zich hebben gestort op de combinatie zee en vervuiling. De Amerikaanse kunstenaar Dianna Cohen maakt stillevens uit gekleurde plastic zakken en is de woordvoerder van de Plastic Pollution Coalition, een organisatie die zich inzet voor een plasticvrije toekomst. Haar landgenoot Pam Longobardi begon het Drifters Project, dat middels een combinatie van kunst, wetenschap en ludiek activisme poogt de vervuiling een pacifistisch halt toe te roepen. Kunstenaars Richard Lang en Judith Selby stropen de kust van Kehoe, ten noorden van San Francisco, af op zoek naar plastic afval. Daar maken ze zorgvuldig opgebouwde composities van die ze fotograferen en bewaren op hun blog met de net iets te vrolijk klinkende titel Plastic Forever.

 

©Dianna Cohen / Project Vortex

©Dianna Cohen / Project Vortex

 

3282441_orig

©Dianna Cohen / Project Vortex

 

exhibitimg.ashx

©Dianna Cohen / Project Vortex

 

De Belgische kunstenaar Maarten Vanden Eynde werkt al zo’n vier jaar aan zijn Plastic Reef, een sculptuur die wordt opgebouwd uit plastic afval uit de Stille Oceaan. Dat afval smelt hij samen tot wonderlijke pakketjes die doen denken aan sprookjesachtige koraalbedden. Inmiddels heeft hij al meer dan duizend kilo plastic uit het water geschept, waardoor zijn sculptuur nu zo’n 20 vierkante meter groot is.

‘Het afval werd weer mooi’, schrijft Vanden Eynde op zijn website, ‘en leek daarmee twee problemen tegelijkertijd op te lossen: het plastic in de oceaan en de wereldwijde verdwijning van de koraalriffen.’

 

©Maarten Vanden Eynde: Plastic Reef

©Maarten Vanden Eynde: Plastic Reef

 

Zeewater en vervuiling, het lijkt inmiddels een onbreekbaar verband. Je kunt je zelfs afvragen of je er als beeldend kunstenaar vandaag de dag mee weg komt wanneer je wel de zee als thema neemt – de romantiek van het staren naar de einder, het luisteren naar het zogenaamde sissen van de zon, het varen op de woeste baren, ‘Thalassa! Thalassa!’ – maar niet de bijbehorende prangende drek van de milieuproblematiek. De oceanen zijn vies, de poolkappen smelten, het zou wel behoorlijk naïef zijn om daar dromerig overheen te stappen.

Toch is het opvallend dat zelfs in de meest activistische zeeprojecten schoonheid en romantische avontuurlijkheid een grote rol spelen. De stillevens in de albatrosmagen op de foto’s van Chris Jordan zijn weerzinwekkend en spelen in op ons schuldgevoel, maar tegelijkertijd zijn ze fascinerend mooi. Bovendien appelleert Jordans Midway Journey, middels de filmtrailer die begint met een citaat uit The Rime of the Ancient Mariner van de romantische Engelse dichter Samuel Taylor Coleridge en middels het op komst zijnde boek met gedichten van Jordans vrouw, aan de verlokkingen van het oeroude ontdekkingsreizigergevoel en het heroïsche bestaan van de zeevaarder. Het maakt blijkbaar niet veel uit of de vijandelijke macht nu bestaat uit zeerovers, woeste golven of plastic soep.

Iets cynischer, maar in wezen hopeloos romantisch is het project My Polar Ice van Teun Castelein en Coralie Vogelaar, vers van de Amsterdamse Rijksakademie. Castelein en Vogelaar verkopen via hun website beetjes poolijs, afkomstig van een gletsjer in Groenland. Het ijs zit in speciale plastic (!) capsules voor €24,95 per stuk, opdat de kopers zichzelf over een tijdje, als het poolijs volledig gesmolten zal zijn, de trotse eigenaars kunnen noemen van een ‘uniek stukje geschiedenis’ – en tevens de dubieuze hoeders van een verdwenen fenomeen. Je kunt er niets mee, met die vergankelijke kristallen, maar hoe aanlokkelijk is het idee dat wanneer het ijs zorgvuldig wordt bewaard in de vriezer, de komende generaties het nog kunnen zien.

 

©Teun Castelein & Coralie Vogelaar: My Polar Ice, 2010

©Teun Castelein & Coralie Vogelaar: My Polar Ice, 2010

 

©Teun Castelein & Coralie Vogelaar: My Polar Ice, 2010

©Teun Castelein & Coralie Vogelaar: My Polar Ice, 2010

 

Ten slotte blijkt ook Maarten Vanden Eynde, de maker van het esthetische plastic koraalsculptuur, in zijn diepste wezen een romanticus, zij het dan een heel wetenschappelijk ingesteld exemplaar. Op zijn weblog Plastic Reef houdt hij bij wat er allemaal gebeurt op het gebied van plastic vervuiling, welke organisaties betrokken zijn bij het opruimen ervan en doet hij verslag van de wereldreizen die hij maakt naar vervuilde gebieden.

Eén van zijn berichten gaat over de vondst van een geel badeendje, dat hem doet mijmeren over ‘een van de meest ongelooflijke verhalen’ uit de geschiedenis van het oceaanafval: de keer dat een zeecontainer met 28 duizend badspeeltjes overboord sloeg in de Stille Oceaan. Dat was in 1992 en de plastic speeltjes spoelden nog jaren daarna aan op diverse stranden over de hele wereld. Behalve dat ze oceanografen belangrijke informatie verschaften over zeestromingen en daardoor – bizar genoeg – hielpen bij het ontdekken van de plastic soep, bleek dat vooral de eendjes tot de verbeelding spraken van schrijvers en kunstenaars. Ze inspireerden kinderboekenschrijver Eric Carle zelfs tot het maken van het prentenboek 10 Little Rubber Ducks, dat goed afloopt omdat het tiende plastic eendje godzijdank een warm thuis vindt bij een echte moedereend en haar kleintjes.

 

Boek van Donovan Hohn

Boek over de reis van de badeendjes van Donovan Hohn

 

Boek van Eric Carle

Boek van Eric Carle

 

Zelfs in het ergst denkbare scenario kan de mens blijkbaar niet zonder schoonheid, zonder groots en meeslepend dromen. Zelfs wanneer hij zelf verantwoordelijk is voor de rotzooi, probeert hij iets moois te ontdekken. Niet voor niets. Een aangespoelde plastic zak op het strand, een stilleven in de maag van een babyalbatros, een geel badeendje dobberend op de onmetelijke oceaan – die beelden beklijven, zetten aan tot nadenken en misschien tot actie.

‘Schoonheid is een krachtig elixir’, zegt Chris Jordan in een interview op de website Ecoliteracy. ‘Wanneer je schoonheid en verdriet bij elkaar brengt, kun je er haast niet naar kijken omdat het zo treurig is – en je kunt ook niet wegkijken, omdat het zo mooi is. Het is een moment waarop je volledig gebiologeerd bent, en dan valt alles op zijn plek.’

Gepubliceerd in het zomernummer van Kunstbeeld, editie 7/8 2013.

©Dianna Cohen / Project Vortex

©Dianna Cohen / Project Vortex

 

In 2012 organiseerde het Museum of the Image (MOTI) in Breda de tentoonstelling Rollercoaster. Schrijver Joost Zwagerman vroeg 100 Nederlanders, veelal werkzaam in de wereld van het beeld, naar hun beeld van de 21ste eeuw. Ik koos toen een foto van Chris Jordan en schreef erover.

 

In MOTI

In MOTI

 

©Chris Jordan: Midway: Message from the Gyre (2009 - nu)

©Chris Jordan: Midway: Message from the Gyre (2009 – nu)

 

Plaats een reactie