Mallemodemolen

 

Help, waar zijn de seizoenen gebleven? Nee, ik heb het niet over de afgelopen zomer die on-Hollands lang zonnig was, en ook niet over de winter die zo lang warm bleef dat het begin januari wel lente leek – ik heb het over de modeseizoenen. Die kloppen niet, althans: niet met de ‘echte’ tijd. Wie in de meteorologische zomer een nieuwe jurk wil dragen, moet eraan denken om die in de winter al te kopen, want in augustus maakt het luchtige goed alweer plaats voor dikke wollen winterjassen. Wie dan ook nog eens de fashion weeks op de voet volgt – en dat zijn inmiddels al lang niet meer alleen de moderedacteuren – raakt helemaal de weg kwijt: daar word je lekker gemaakt met kleding die pas volgend seizoen te koop zal zijn, terwijl je het nu moet doen met dingen die voor je gevoel al zijn verouderd voor je ze überhaupt hebt gedragen.

De mode verdraait de tijd en dat is hoogst verwarrend. Zo verwarrend dat het zelfs Suzy Menkes, doorgewinterde modecriticus van de International New York Times die al jaren opgewekt verslag doet van de immer globaliserende modewereld *, onlangs te gortig werd. In een column luidde zij de noodklok over het moordende tempo waarin de mode-industrie voortschrijdt. Het is een vaart die volgens Menkes slachtoffers maakt. Niet alleen onder moderedacteuren, die heen en weer blijven vliegen tussen de verschillende modehoofdsteden en niet eens meer toekomen aan het beschrijven of zelfs alleen maar bekijken van de talloze shows, maar vooral onder de ontwerpers, die als hamsters in een tredmolen rennen, de ene wintercollectie na de andere resortcollectie producerend tot ze scheel zien. Menkes haalt Alber Elbaz, ontwerper van Lanvin, aan en laat hem verzuchten dat hij nooit meer tijd heeft voor inspirerende bezoekjes aan galeries of gewoon een beetje ter inspiratie rondneuzen.

 

Het witte konijn uit Alice in Wonderland heeft altijd haast. Originele tekening van John Tenniel.

Het witte konijn uit Alice in Wonderland heeft altijd haast. Originele tekening van John Tenniel.

 

‘Wanneer we accepteren dat het de snelheid van de huidige mode is die mede verantwoordelijk was voor de val van John Galliano, het overlijden van Alexander McQueen en voor andere, welbekende rehab cleanups, dan zijn nonstop shows een hoge prijs die we moeten betalen voor de constante “nieuwheid” die tegenwoordig van de mode wordt gevraagd.’ Dat schrijft Menkes en dat is nogal wat. In plaats van Galliano en McQueen te beschouwen als individuele gevallen die om wat voor persoonlijke reden dan ook kopje onder gingen, ziet Menkes hun ondergang als een symptoom van een modewereld die zo snel draait dat ze elk gevoel voor realiteit is kwijtgeraakt. Heeft ze gelijk?

Om met die vraag naar ‘constante nieuwheid’ te beginnen – die was er natuurlijk al vanaf het ontstaan van de mode. Het najagen van het nieuwe zit zelfs ingebakken in haar DNA. Vanaf het begin bestond de mode, anders dan bijvoorbeeld de avantgarde-kunst, niet bij de gratie van verandering omwille van een hoger ideaal en een inhoudelijk streven naar meer en beter. Ze bestond, en bestaat nog steeds, alleen maar omwille van zichzelf en van de verandering, van een voortdurend streven naar een nieuwe toestand. Zou ze niet veranderen, dan had de mode niet langer een reden om er te zijn. Haar veroordelen vanwege dat wat ze is, wat diep in haar wezen verankerd ligt, zou dus een beetje gek zijn, en een beetje oneerlijk.

Er moet meer aan de hand zijn. En dat benoemt Suzy Menkes ook. De technologische ontwikkelingen hebben elkaar de laatste decennia zo razendsnel opgevolgd, dat de vraag naar de nieuwste mode niet meer afhankelijk is van de langzame verspreiding van het beeld en de trage productietijden van voorheen, maar metéén na de show, hier en nu, ontstaat. Ineens kunnen bepaalde stappen worden overgeslagen. Foto’s van de nieuwste collecties verschijnen zonder tussenkomst van moderedacteuren op internet, klanten kunnen de kleding met één druk op de knop bestellen (soms zelfs al maanden van tevoren) en nog voordat ze het artikel in huis hebben, wordt er alweer een nieuwe collectie gepresenteerd.

 

Roklengte: op-neer-op

Roklengte: op-neer-op

 

De mode heeft haar eigen tijd gecreëerd, een tijd waarin de cycli elkaar sneller en sneller opvolgen en elkaar zelfs zijn gaan overlappen. Vroeger was er één mode, zeg: veterstrakke korsetten en enkellange klokkende rokken, en die werd daarna in zijn geheel vervangen door de volgende, radicaal andere mode, bijvoorbeeld korte, loszittende jurken. En moet je nu eens zien: we dragen al jaren achtereen de skinny jeans, van de parka is het mij nog steeds niet duidelijk of die nu alweer gewoon ‘mag’ of dat-ie überhaupt niet weggeweest is, en onze uit- en in-lijstjes worden tegenwoordig bepaald door accessoires en details die alleen de modefijnproevers opvallen en die bovendien gekmakend verwarrend zijn (‘uit: preppy, in: preppy chic’ – waaaaaaat?).

‘Met de almaar toenemende snelheid van het recyclen zijn we op een punt beland dat de mode zijn (sic) eigen logica heeft afgeschaft’, schrijft de Noorse filosoof Lars Svendsen in Mode. Een filosofisch essay. De traditionele vervangingslogica van de mode, waarin dus eens in de zoveel tijd de heersende stijl bij het oud papier werd gezet en vervangen door een nieuwe, heeft, ironisch genoeg, zelf plaats moeten maken voor een aanvullingslogica, zegt Svendsen. Hier kunnen alle stijlen zomaar naast elkaar bestaan.

Op zichzelf is die aanvullingslogica volgens mij helemaal geen probleem. Sterker nog: in het kader van duur- en spaarzamer produceren en omgaan met kleding is het aanvullen van je bestaande garderobe met af en toe wat nieuws in theorie natuurlijk veel beter dan wanneer je om de zoveel tijd alles weggooit en nieuw koopt. Wat een geweldig inzicht. Er zijn ontwerpers die bewust inspelen op dat sentiment, zoals Monique van Heist met hellofashion of de Belgische ontwerper Bruno Pieters met zijn transparante merk Honest By. Pieters produceert bewust minder kleding en levert bij elk kledingstuk een overzicht van de gebruikte materialen, de productieketen, de voetafdruk en de totstandkoming van de prijs.

 

No Man's Land van Christian Boltanski, 2010: een berg van afgedankte kleren. Foto: via STAN HONDA/ AFP/ Getty Images

No Man’s Land van Christian Boltanski, 2010: een berg van afgedankte kleren.
Foto: via STAN HONDA/ AFP/ Getty Images

 

Bewuster produceren heeft de toekomst, vindt Mare Nieborg, oprichter van Social Safari, ‘denktank voor toekomstfilosofie’. ‘Wat voor onzin-idee is het om geregeld alles weg te doen en voor alles vernieuwingen aan te schaffen?’, zegt zij. ‘Als het goed is, koop je dingen omdat je ze mooi vindt – en dan vind je ze volgend jaar niet ineens verouderd; dan vind je ze nog steeds mooi. Wat mij betreft past zo’n signaal van Menkes bij het normaliseren van de hysterische puberjaren ’90, waarin op een gegeven moment alleen nog kopen centraal leek te staan – alsof er niet meer was dan economie. De komende decennia wordt het leven, als het goed is, voor een grote groep mensen rustiger, duurzamer, realistischer, menselijker, liever, persoonlijker. Een alomvattende herdefiniëring van bestaande structuren. Eindelijk!’ En ja, dat klinkt heerlijk, en niet eens zo ver weg. Wat heet, het blijkt zelfs vrij makkelijk om weerstand te bieden tegen de voortjakkerende modeseizoenen en hun koopgeboden. Wie een paar nieuwe kledingstukken slim combineert met mooie klassiekers en unieke tweedehands vondsten, is elke tijd de baas. Je moet het alleen nog even doen.

Het is helaas wel buiten de immer groeiende niet-westerse luxemarkt gerekend. Hier razen de modeseizoenen met steeds grotere zevenmijlslaarzen rond. In China, India en Rusland is de potentiële, überrijke clientèle enorm. Dit zijn de landen waar zakenmannen dure Prada-tassen kopen voor hun secretaresses, waar klanten 700 paar designersokken aanschaffen omdat ze elke dag een nieuw paar aan willen, waar het nieuwste van het nieuwste status verleent. (Lees het allemaal likkebaardend in Dana Thomas’ boek Deluxe. How luxury lost its lustre, absoluut onmisbaar voor wie geïnteresseerd is in de luxe-industrie.) Die wereld van geld en status, waar de vervangingslogica van de luxe geldt en al het oude moet worden gedist, zorgt voor het zwarte scenario van Suzy Menkes, waarin de mode ‘zo woest aan snelheid wint dat het lijkt alsof de enige luxe vandaag de dag de mogelijkheid is om elke microseconde nieuwe en exclusieve kleding te kopen’. Dat is de nachtmerrie van Alber Elbaz, die geen tijd meer heeft om bevlogen te raken door wat hij om zich heen ziet gebeuren, maar alleen nog noodgedwongen kan reageren op wat hijzelf of andere ontwerpers eerder deden, waardoor de mode verwijderd raakt van de mensen die haar willen omarmen – gewoon, omdat ze het fijn vinden om nieuwe kleren te kopen.

Gelukkig kan het ook anders. Ontwerper Maarten van der Horst, nog altijd aanstormend en succesvol in Londen, erkent de problematiek die Suzy Menkes in haar column schetst. ‘De gigantische populariteit en de democratisering van de media zorgen ervoor dat consumenten al op de hoogte zijn van wat er zes maanden later in de winkel komt te hangen, wat er automatisch ook voor zorgt dat de consument er eerder op uitgekeken is’, laat hij via de mail weten. Maar: ‘Dat gezegd hebbende, vind ik het zelf enorm moeilijk om maar twee ideeën per jaar te presenteren! Er gebeurt zoveel meer in ons leven, we zien zoveel. Ik geloof niet dat het hoge tempo leidt tot slechtere ideeën of mindere kwaliteit. Dat is ook de reden dat ik naast mijn eigen label werk voor andere labels en nu zelfs aan een fotografieproject.’

Kijk, Suzy. Beschouwen we Maarten van der Horst nu eveneens niet als een individueel geval, maar als onderdeel van een frisse, ideeënrijke beweging in de mode, dan is er gewoon nog hoop.

 

Gepubliceerd in ELLE, maart 2014, p.84-86

 

* Suzy Menkes heeft inmiddels haar post bij de International New York Times verruild voor een baan als International Fashion Editor bij Vogue. Haar oude plek wordt ingenomen door Vanessa Friedman, die de laatste elf jaar werkte voor The Financial Times (13/03/2014).

 

Fragment uit William Kentridge's Refusal of Time, 2012. Gefotografeerd tijdens Documenta 13 in 2012

Fragment uit William Kentridge’s Refusal of Time, 2012. Gefotografeerd tijdens Documenta 13 in 2012

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s