Het Nederlands Fotomuseum uit Rotterdam doet mee met de Scandinavian Roadtrip, een evenement in opdracht van Dutch Automotive Events. 80 teams leggen deze week per auto een tocht van ruim 7000 kilometer af om geld op te halen voor een goed doel. Van deze ScanCoveryTrial wordt een korte realityserie gemaakt, die in februari door RTL7 en SBS6 wordt uitgezonden. Het tweekoppige team van het Nederlands Fotomuseum trotseert in een gesponsorde Mini de besneeuwde wegen boven de poolcirkel ‘om nieuwe vrienden te maken die het museum een warm hart toedragen’, zo meldt een persbericht. Vijf vragen aan de directeur van het Nederlands Fotomuseum, Ruud Visschedijk.

Waarom doet het museum hier nou aan mee?

‘Het is een middel om in de publiciteit te komen. Wij zijn als ondernemend museum steeds op zoek naar innovatieve manieren om onze collectie onder de aandacht van een groter publiek te brengen en om geld te verdienen. De media-aandacht voor deze tour is groot, het leek ons een geweldig mooie en ándere manier om ons museum in de schijnwerpers te krijgen. We gingen de afgelopen jaren al samenwerkingen aan met HEMA (waar je prints van foto’s uit de collectie kunt bestellen – red.) en De Bijenkorf (het Rotterdamse filiaal heeft een fotowinkel met prints uit de museumcollectie – red.). En we zijn nu ook begonnen met het zoeken van vrienden en ambassadeurs.’

De samenwerking met HEMA en De Bijenkorf begrijp ik, vanwege de directe inhoudelijke link met het museum. Maar waarom gaat het museum helemaal naar één van de minst bevolkte delen van Europa om vrienden te zoeken?

‘Dat lijkt een beetje paradoxaal. Maar die tocht naar het uiterste puntje van Europa blijkt een goede manier om in de Nederlandse media in de aandacht te komen. Het is niet zo dat wij op fotografiemissie zijn in Scandinavië.’

Dat doet het persbericht wel vermoeden. Maar ik begrijp nu dat het museum naar Scandinavië reist om een groter Nederlands publiek te bereiken?

‘Ja. Kijk, er zijn verschillende middelen die je als museum kunt inzetten om te ondernemen. Maar het belangrijkste is de inzet: genoeg geld binnenhalen om de collectie goed te beheren, om tentoonstellingen te maken, om werk van Nederlandse fotografen aan te kopen en meer mensen naar het museum te krijgen. Dat is voor ons de essentie. En dat dat met zo’n tocht kan, is natuurlijk geweldig. Volgens mij is het een prachtige ervaring.’

Dat geloof ik graag. Maar is die ervaring niet leuker dan wat ze oplevert?

‘Nee, dat is heel mooi in balans. Ik wacht met het bekendmaken van het aantal nieuwe museumvrienden tot na de trip, maar ik kan wel zeggen dat het mijn verwachtingen heeft overtroffen.’

Wat is de volgende stap? Gaat u volgend jaar als museumdirecteur meedoen aan de realityserie Utopia?

‘Hm. Dat is wel een heel jáár, hè. Dan verbrand je echt alle schepen achter je. Maarja, dat moet je er dan voor over hebben.’