Ze mochten Rusland niet meer in en konden niet aanwezig zijn bij de opening van The Sochi Project in Moskou. Die tentoonstelling werd eerst helemaal afgeblazen, maar maakte een doorstart in een andere Moskouse expositieruimte met live videoverbinding met Amsterdam, waar een schaduwopening plaatsvond.
Let op: als Rob Hornstra en Arnold van Bruggen nog steeds zo trendsettend blijken te zijn als een paar jaar geleden, toen ze twee van de eerste fotografen en journalisten waren die intensief gingen samenwerken én het inmiddels veelbeproefde principe van crowdsourcing gingen gebruiken om hun producten aan de man te brengen, dan gaan schaduwopeningen nog heel groot worden.
Intussen is het stof enigszins neergedaald. The Sochi Project, dat voorheen bestond uit allerlei verschillende (deel-)publicaties en presentaties, kreeg onlangs zijn definitieve vorm in een groot overzicht in het Antwerpse Fotomuseum (nog tot 3 maart te zien) en in een dik boek, An Atlas of War and Tourism in the Caucasus. Dat was het dan, zou je denken.
Maar dat is niet zo. Want in Huis Marseille in Amsterdam opende afgelopen weekend nog de tentoonstelling Gouden Jaren: Rob Hornstra’s Rusland. Dit is een middelgrote presentatie, verdeeld in verschillende hoofdstukken (over de voor- en achterkant van Rusland, de hoop en de wanhoop). De nadruk ligt vooral op de foto’s die Hornstra de afgelopen jaren maakte in het land waar hij zo dikwijls te vinden was, al gaan de foto’s over meer dan alleen Sotsji. De focus ligt ook op zijn manier van fotograferen, die ‘narratief’ en ‘schilderachtig’ wordt genoemd.
Dat is onhandig en begrijpelijk tegelijk. Begrijpelijk omdat Hornstra’s foto’s de laatste tijd vooral in boekvorm verschenen en niet als losgezongen werken te zien waren in een museale, esthetische omgeving. Onhandig omdat The Sochi Project ook al over veel meer ging dan louter Sotsji – het ging over Abchazië en de Kaukasus, over Oekraïne, over Tsjetsjenië. De meeste foto’s in Huis Marseille zijn terug te vinden in de talloze publicaties van The Sochi Project van de afgelopen jaren. En de verschillende hoofdstukken in de tentoonstelling zetten de boel nog eens op een rijtje, maar vertellen zo kort op The Sochi Project niets nieuws. Dus wat is precies de meerwaarde van deze tentoonstelling?

In de tentoonstelling: links: Ketevan and Dimitri, Tblisis, Georgia, 2007
rechts: Ketevan and Ana, Tblisi, Georgia, 2010
Iets anders dan het benadrukken van de Rob Hornstra-esthetiek kan ik eigenlijk niet verzinnen. Maar dat levert helaas te weinig op voor een interessante tentoonstelling, want die esthetiek: die was ook al bekend. Hornstra fotografeert geconcentreerd, simpel en klassiek, met het onderwerp vaak mooi in het midden, en zonder al teveel actie. Bekend is zijn prachtige ‘postkaartfoto’ uit 2004 van een Russische oude vrouw, het haar feloranje geverfd en de borst vol medailles, tegen een blauwe achtergrond. Hij heeft een voorkeur voor het vastleggen van oude foto’s die hij tegenkomt bij mensen thuis, of ergens op een fotogenieke brokkelige muur.
‘Narratief’? Ja, voor zover een (documentaire)foto als het goed is altijd een verhaal vertelt, of een deel daarvan. ‘Schilderachtig’? Nee, in het geheel niet. Dit zijn ‘gewoon’ mooie foto’s, opgeblazen tot schilderij-achtige proporties. Bovendien blijken ze helemaal niet meer zonder de teksten van Arnold van Bruggen te kunnen, iets wat Hornstra zelf erkent en ondervangt door zijn foto’s in te bedden in de verschillende hoofdstukken die door Van Bruggen prachtig aan elkaar worden gepraat. Daar is niets mis mee, integendeel zelfs. Maar dat hadden we dus al vaker gezien, en overtuigender. Waarmee de cirkel rond is. Waarom deze tentoonstelling nu? Had er even mee gewacht, of iets radicaal anders met het werk van Rob Hornstra gedaan. Dit was toch al zijn jaar.
Gouden Jaren: Rob Hornstra’s Rusland. T/m 9 maart in Huis Marseille, Amsterdam.
Gepubliceerd in de Volkskrant op vrijdag 27 december 2013
Het ligt ergens in een hoek van het herdenkingslokaaltje in de herbouwde middelbare school no. 1 in Beslan, samen met wat andere kledingspullen. We weten niet wat we moeten zeggen als de leraar Duits een hemdje uit de stapel trekt. Het lijkt alsof het zo van een kinderlijf gescheurd is, vol bloedvlekken, heel luguber. ‘Dit was het hemdje van mijn dochter’, zegt de leraar. ‘Dat zal ik altijd blijven koesteren.’
Tekst: Arnold van Bruggen
Huis Marseille heeft na een grootscheepse verbouwing twee keer zoveel zalen te vullen als voorheen. Naast een kleine collectiepresentatie, een stijlkamer met werk van Willie Doherty en het nieuwste werk van Sarkis werden tegelijk met Rob Hornstra twee Russische kunstenaars geprogrammeerd om het thema te versterken: Olga Chernysheva en Oleg Klimov. Chernysheva, ooit student aan de Amsterdamse Rijksakademie, toont ondermeer een mooie serie zwart-wit foto’s van Moskouse metrobeambten in glazen hokjes. Door hun schijnbaar vluchtige standpunt doen ze denken aan snapshots (hele grote snapshots), maar ze blijken het resultaat van lang wachten en uitgekiend kijken. Klimov fotografeerde jarenlang schrijnende situaties in allerlei oorlogsgebieden en zocht later, gedesillusioneerd en getraumatiseerd, zijn heil bij het water en de manier waarop de Russen zich daartoe verhouden. Oud hangt tegenover nieuw, maar feitelijk veranderde er niet zoveel aan zijn blik.

Oleg Klimov, Kinderen spelen met vissen in de Wolga. Laisjevo (deelrepubliek Tatarstan). Augustus 2000© Oleg Klimov