Het verzameld breiwerk van Loes Veenstra is een boek dat ik nog maar net heb, maar dat nu al kans maakt op een plaatsje in mijn top tien van lievelingsboeken. Voorlopig in elk geval, want de ervaring leert inmiddels dat die lijstjes door de jaren heen nogal aan verandering onderhevig zijn.
Het boek werd gemaakt door Christien Meindertsma, een ontwerper die onderzoekt waar de dingen vandaan komen en waar ze heengaan. Ze volgde bijvoorbeeld de ontleding van een Hollands varken en ontdekte dat de verschillende onderdelen verwerkt werden in onverwachte producten als fotopapier, kauwgum, sigaretten en biodiesel. Dat was het boek PIG 05049, het boek waarmee Christien Meindertsma in 2008 ineens alle ogen op zich gericht zag. Zij was degene die wist waar de dingen vandaan kwamen, een niet onverdienstelijke gave in een wereld waarin mensen steeds verder vervreemden van de spullen die ze dagelijks gebruiken, het voedsel dat ze dagelijks in hun mond stoppen.
Op dezelfde vasthoudende manier volgde ze de afgeschoren wolletjes van een aantal schapen, tot aan de warme coltruien die ervan werden gemaakt. En voor het Flax Project ontfermde Meindertsma zich over het ‘vergeten’ gewas vlas, dat ze liet verbouwen door een boer in de Flevopolder en vervolgens voor het Zeeuws Museum in Middelburg verwerkte in een poef, een stoel, een lamp.
In Het verzameld breiwerk van Loes Veenstra gaat het (opnieuw) om wollen truien. Om 556 kleurige wollen truien, om precies te zijn. Waar die truien vandaan komen? Van Loes Veenstra, een vrouw uit de 2e Carnissestraat in Rotterdam.
Loes Veenstra leerde zichzelf breien, vertelt ze voorin het boek. Ze moet iets omhanden hebben, anders gaat ze achter elkaar zitten roken en dat is haar te duur. ‘Ik brei een trui met gaatjes: twee samen, dan twee of drie steken rechts en dan weer twee samen. Bij dat samenbreien sla je de lus om de naald, dan krijg je dat gaatje.’ Ajoursteken? Daar heeft Loes Veenstra nog nooit van gehoord. Breit ze snel, dan is zo’n trui binnen een week klaar, breit ze langzaam, dan doet ze er drie weken over. ‘De trui ontstaat terwijl ik bezig ben.’ Zo simpel is het.
En simpel is ook het boek dat Meindertsma maakte, in het kader van het project ‘Over leven in Carnisse’ van Museum Rotterdam. Samen met Roel van Tour en Mathijs Labadie fotografeerde ze de 556 truien in verschillende ‘houdingen’:
Op elke pagina één trui. Zelfs de negen truien die ze niet kon gebruiken, omdat ze te zeer beschadigd waren, gaf Meindertsma een functie: die werden verwerkt in de omslag van haar boek, dat bestaat uit dik papier met allemaal fliebertjes gekleurde wol erdoor.
Als teaser voor het boek werd een filmpje gemaakt, met Loes Veenstra als stralend middelpunt. Kijk maar.
Ik hoef Het verzameld breiwerk van Loes Veenstra maar te openen en Happy Together van The Turtles schalt me al tegemoet. En dan doen die truien een dansje. Het zal lang duren voordat ik weer zo’n vrolijk boek vind.
Wat leuk is dit, alleen al dat geweldige filmpje maakt je al helemaal vrolijk.