Misschien dat ze op het hoofd? Als hoedjes? Maar nee. Dit zijn bergen. Die zet je niet op je hoofd, die beklim je, op zoek naar wat erachter ligt. Dat is in elk geval wat de Belg Christophe Coppens doet, nu hij niet langer hoeden- en accessoiremaker is, maar beeldend kunstenaar. Voltijd. Hij nam zijn verleden, verknipte het, keerde het binnenstebuiten, en sloeg ermee aan het bouwen.
Je ziet dat oude leven van Coppens letterlijk liggen wanneer je de kleine projectruimte van Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam binnenloopt. Kleren, modetijdschriften, hoofddeksels, verpakkingsmateriaal, administratiemultomappen – de kunstenaar verwerkte alles tot bergjes van verschillende formaten. Beplakte ze met glasscherven of gele kraaltjes, naaide de boel met grove steken aan elkaar, druppelde er roze en oranje verf overheen, liet ze verdwijnen onder felle lappen en vulkaanuitbarstingen van porselein.
De installatie (Everything is Local, Landscape Part 1, gemaakt in opdracht van Han Nefkens Fashion on the Edge, een initiatief dat projecten op het grensgebied van mode en beeldende kunst ondersteunt) is van een betoverende schoonheid. Coppens’ miniatuurbergen zijn heel erg van ‘nu’, met die frisse neonkleuren en de verleidelijke combinatie van simpele materialen, zoals karton en hout en stof, en aantrekkelijk glanzend keramiek, aandoenlijk handmatig in elkaar geknutseld. Bezoek een willekeurig lifestyle- / designblog en je ziet die sfeer meteen terug in de liefde voor felgekleurde touwtjes en rolletjes tape, gebroken en met goudlijm weer aan elkaar geplakt servies en producten die het handwerk bezingen.
Verwonderlijk is dat niet. Coppens was dus jarenlang werkzaam in de modewereld, daar waar je nog een extra set voelsprieten moet hebben voor wat er aan trends in de lucht zweeft. Maar zijn installatie is meer dan alleen esthetisch.
Dat aan stukken geknipte verleden ligt daar niet zomaar. Jarenlang worstelde Coppens met de vraag wat hij nu eigenlijk wilde. Hij was opgeleid als theaterregisseur, had zich ontwikkeld tot veelzijdig ontwerper (van hoeden en modeaccessoires, maar ook van verf en interieurobjecten), maar zich altijd beeldend kunstenaar gevoeld. Iemand zonder opdrachtgevers, iemand zonder de zorg voor winkels en personeel. Vorig jaar sloot hij, vanwege die identiteitscrisis en vanwege de financiële crisis, definitief de boeken van zijn bedrijf. ‘Omdat de prijs te hoog is en het doel niet langer de middelen heiligt’, schreef hij, en hij vertrok naar Los Angeles.
Vandaar de verknipte kleren; niets van vroeger past hem meer. Vandaar de doorgezaagde meubels; hij heeft ze niet meer nodig. Vandaar zijn administratie en een brief van het koningshuis waarin de voormalige hofleverancier droogjes en zonder één woord van dank wordt medegedeeld dat hij zijn certificaat moet inleveren. Coppens neemt er overtuigend afscheid van. De rode verf die hij eroverheen druppelde heeft iets grimmigs, evenals de soundtrack van de installatie: een monotoon, dreigend gebrom dat zich heimelijk maar onontkoombaar in je hoofd nestelt.
Dus nee. Dit zijn echt geen hoedjes. Dit zijn de (puin)hopen van een vorig leven. Gelukkig biedt Coppens’ surrealistische berglandschap een geweldig uitzicht op een nieuw bestaan.
Christophe Coppens: Everything is Local, Landscape Part 1. T/m 26 mei in Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
Gepubliceerd op 29 maart 2013 in de Volkskrant