‘Ik vertelde deze man dat ik bezig was met een serie over mensen die hun geloof verkondigden. Hij voelde zich erg vereerd. Toen we wegliepen, zei mijn assistent, misschien een beetje te hard: “Ik ben zo blij dat je eindelijk je lilliputter hebt gevonden”.
Jan Hoek houdt een lijst bij van mensen die hij nog wil fotograferen. Op die lijst staan onder andere de vrouw van het Thaise restaurant, de Jezus-figuur op het Damrak, iedereen die het waagde om Jan Hoek te weigeren en ‘mensen uit Almere’. De lilliputter, hij staat op de foto onder de tekst, kon worden weggestreept, nadat Hoek en zijn assistent er een hadden gevonden, ergens in Afrika.
Hoek presenteert Me & My Models in de bibliotheek van Foam. De ruimte is onherkenbaar veranderd doordat de fotograaf hem verborg achter lange stroken papier. Daarop plakte hij zijn foto’s, talloze portretten van talloze mensen met wie hij bewust een fotograaf-modelrelatie aangaat. Waar hij die mensen precies ontmoet, op een straathoek in Accra of in de supermarkt in Amsterdam, doet er niet veel toe. Er hangen geen informatiebordjes met waar en wanneer. In plaats daarvan schreef Hoek in vilstifthanepoten wat er precies aan de foto voorafging. Er is ook een film, waarin hij die verhalen op droogkomische wijze vertelt.
Jan Hoek studeerde vorig jaar af aan de afdeling Beeld en Taal van de Rietveld Academie in Amsterdam. Niet voor niets, want voor de beelden die hij maakt zijn de teksten die hij schrijft onontbeerlijk.
Van de foto’s zelf schrik je een beetje terug. Ze zijn rauw en vuig en ruw, een tikkie viezig, overbelicht, ontluisterend en expres niet-mooi en niet-compositorisch-verantwoord. Uitzondering is de serie Sweet Crazies, een serie van studioportretten die Hoek maakte van Ethiopische dakloze mannen, die allemaal klassiek in het midden en scherp op de foto gingen. Deze serie gooide vorig jaar op de fotobeurs Unseen hoge ogen. Maar ook hier is de context van belang; de verhalen over de verhouding tussen Hoek en die verwarde mannen horen erbij.
Een portret van iemand maken, is niet zomaar een kwestie van klik-en-gaan, wil Jan Hoek zijn publiek duidelijk maken, zoals ook de Russische fotograaf Boris Mikhailov ooit deed door zijn dakloze modellen te betalen, waarna ze hun broek naar beneden trokken. Je moet er als fotograaf veel tegenover stellen: eindeloze kletspraatjes, loze beloften, leugentjes om bestwil, geduld en soms seks.
Voordat Hoek een mollige witte mopshond mocht fotograferen, moest hij ‘duizend’ naaktfoto’s van de eigenaar maken. Het maakt de foto van die hond, zittend op een bed, zo verdraaide lullig dat je niet anders kunt dan in lachen uitbarsten. Maar het is niet alleen maar grappig. Hoek weet te ontroeren met zijn serie over een verlopen vrouw, die hij bij hem thuis uitnodigt om te poseren. Hij is bang dat hij haar onbewust het idee heeft gegeven dat een fotomodellencarrière nog niet te laat is, terwijl zijn foto’s het bewijs leveren dat die wens uitgesloten is.
Waar gaat dit jonge oeuvre heen? Het is moeilijk te zeggen. Hoek is origineel en intrigerend, maar lijkt ook wat grillig, alsof hij in staat is om het morgen ineens over een andere boeg te gooien, zonder het voorgaande echt goed te hebben uitgediept. Wat hij ook beslist, hij moet blijven schrijven.
Jan Hoek: Me & My Models. T/m 20 maart in Foam, Amsterdam. De serie Sweet Crazies is t/m 16 februari te zien bij Galerie Ron Mandos, Amsterdam
Gepubliceerd op 13 februari in de Volkskrant
Pingback: My week of culture: Foam & Stedelijk Museum Amsterdam |