Kinderen die ongeduldig staan te wachten op Sinterklaas. Plotseling noodweer in Egmond aan Zee waardoor het riool overliep. De Nieuwjaarsduik en het carnaval in Breda, genomen met de tilt-shifttechniek die van de werkelijkheid een miniatuurversie maakt en waardoor mensen ineens op poppetjes lijken.
Wie kijkt naar de nominaties voor de Zilveren Camera, de belangrijke jaarlijkse prijs voor de Nederlandse fotojournalistiek, zou zomaar kunnen denken dat er het afgelopen jaar nauwelijks belangwekkender nieuws was dan dit. Die zou zelfs de indruk kunnen krijgen dat ons land net zo klein en schattig is als Madurodam. Daar gebeurt ook nooit wat.
Wat is er aan de hand? Werd de Zilveren Camera niet in 1949 opgericht met als taak de kwaliteit van de Nederlandse fotojournalistiek te verhogen? En heeft de organisatie die taak niet nog steeds hoog in het vaandel staan? Ook op internet vraagt men zich dit af, een dag na de bekendmaking van de nominaties vorige week werd er op Facebook en op fotoblogs al druk gediscussieerd. En natuurlijk: dat gebeurt elk jaar. Sowieso levert elke prijs, ongeacht de genomineerden en de winnaars, gesteggel op. Maar dit jaar richten de pijlen zich vooral op de vraag hoe journalistiek de prijs eigenlijk nog is.
Was er het afgelopen jaar niet méér gebeurd dan wat uit de meeste genomineerde foto’s bleek? Bovendien: toonden bepaalde genomineerde foto’s überhaupt wel nieuws, of hadden de fotografen er net naast geschoten?
Er valt heel wat te zeggen voor die kritiek. Loop de lijst met categorieën voor de Zilveren Camera door (er zijn er acht, plus de Canon Prijs voor bijzondere multimediaprojecten en de Nationale Portretprijs) en je ziet dat sommige onderwerpen die 2012 domineerden, zoals de crisis, de bezuinigingen in de zorg en de kunstsector, de verkiezingen – uitzonderingen uiteraard daargelaten – niet of nauwelijks terug te vinden zijn. Er is een reportage van Martijn Beekman over de succesvolle terugkomst van de PvdA, met een triomferende Samsom, maar die schampt het onderwerp van de verkiezingen alleen maar. De ontgoochelende foto van Emile Roemer die in de pauze van een debat Fanta met een rietje drinkt, gemaakt door Robin Utrecht, is nergens terug te vinden.
Ook in de categorie Buitenlands Nieuws gebeurt iets opmerkelijks. Fotografen Sander de Wilde en Eddy van Wessel werden beiden twee maal genomineerd. De Wilde maakte een serie over uitgeprocedeerde asielzoekers in Brussel; zowel een enkel beeld uit die serie als de hele serie werd genomineerd. Voor Eddy van Wessel, die reportages maakte vanuit Aleppo in Syrië, geldt hetzelfde. Belangrijke foto’s, daar niet van, maar er was toch echt wel meer aan de hand buiten de landsgrenzen.
En zaten er niet meer Nederlandse fotografen in den vreemde? Waar was Iwan Baan met zijn luchtfoto van een half duister Manhattan na orkaan Sandy, die begin november de cover van New York Magazine sierde? Waar was fotojournalist Joël van Houdt (Afghanistan), waar Geert van Kesteren (Israël en de Westelijke Jordaanoever)?
Er is dus wel degelijk iets aan de hand. De vraag is: ligt het aan de juryleden van de afzonderlijke categorieën? Schieten zij tekort in het maken van hun keuzes? Of is (wat veel erger zou zijn) de Nederlandse fotojournalistiek in het slop geraakt?
‘Ik durf er wat om te verwedden dat veel van die grote namen geen foto’s hebben ingestuurd’, zegt Martijn Kleppe, onderzoeker en docent Persfotografie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Dat is een belangrijke opmerking. Anders dan bij de Dutch Doc Award, prijs voor Nederlandse documentairefotografie, waarvoor in principe elk fotografieproject in aanmerking kan komen, moet de fotograaf die kans wil maken op de Zilveren Camera, zelf zijn werk inzenden. De juryleden kiezen vervolgens alleen uit wat door de fotografen zelf beschikbaar werd gesteld.
Maar wie er precies heeft ingezonden en wat dat behelst, maakt de organisatie van de prijs niet openbaar. We weten dus niet of Iwan Baan zijn prijsfoto heeft ingestuurd of niet, en we weten dus ook niet of de jury een belangrijke nominatie over het hoofd zag – of niet. Het juryrapport dat elk jaar naar buiten komt, gaat alleen over de uiteindelijke winnaar van de Zilveren Camera en behandelt niet de totstandkoming van de keuzes in de verschillende categorieën.
‘Die ondoorzichtigheid leidt tot een hoop vraagtekens en dat is zonde’, zegt Kleppe. ‘Meer openheid rondom het jureringsproces, zoals bij de Pictures of the Year-verkiezing in Amerika waar de jurydiscussies online gestreamed worden, kan heel leerzaam zijn.’
Navraag leert dat Baan, die op het moment in Afrika zit, vergat om zijn foto in te sturen. De Zilveren Camera staat ‘niet zo op mijn radar’, mailt hij. Hij heeft nog nooit ingestuurd voor de Zilveren Camera, omdat hij als architectuurfotograaf, ‘nauwelijks journalistiek’ werkt. De inzendingen voor de World Press Photo 2013, die gisteren sloten, vergat hij echter niet. Ook Joël van Houdt stuurde niet in.
Zou het aan de Zilveren Camera zelf liggen, dat de urgentie lijkt te ontbreken? Wanneer fotografen als Baan en Van Houdt hun werk niet insturen, is de prijs dan nog wel een afspiegeling van de Nederlandse fotojournalistiek? Juryvoorzitter (voor het derde achtereenvolgende jaar) Ruud Visschedijk, eveneens directeur van het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam, beaamt dat er een ‘belangrijke categorie is die niet instuurt’.
Volgens Visschedijk is er de laatste jaren veel gedaan om de Zilveren Camera te vernieuwen. Er zijn volgens hem juryleden aangesteld die een bepaalde afstandelijkheid hebben ten opzichte van de fotojournalistiek, om te voorkomen dat het beeld ontstaat dat de ene collega de andere een prijs geeft. ‘Dat is ook gedaan met het Nederlands Filmfestival. Dat was altijd een feestje voor de sector, maar juist door de buitenwereld erbij te betrekken is het Gouden Kalf een prijs van statuur geworden. De Zilveren Camera heeft niet die statuur.’
Daarom, zegt Visschedijk, zou het bestuur ‘moeten doorpakken met vernieuwen’. Van groot belang is dat de jury ‘een actievere houding’ zou moeten aannemen, dat wil zeggen dat ze zelf ‘de boer zou moeten opgaan’ wanneer de inzendingen wat kwaliteit of onderwerpen betreft ontoereikend zijn. Ook met het openbaar maken van het jureringsproces moet volgens Visschedijk ‘een slag gemaakt worden’.
Er is dus werk aan de winkel. De discussies die spelen binnen de fotojournalistiek, bijvoorbeeld over het gebruik van Photoshop bij nieuwsbeelden, zouden volgens Visschedijk publiek gemaakt moeten worden. ‘Je moet uitleggen wat er speelt, wat de dilemma’s zijn binnen de sector.’ Want: ‘Wat je uiteindelijk wil, is een prijs van gezag, waardoor het publiek er meer aandacht aan gaat besteden en geloof gaat hechten aan het gezag van de jury en het belang van de Zilveren Camera. De prijs zou meer aandacht genereren wanneer hij beter ingebed werd.’
‘Natuurlijk moeten we er alles aan doen om de prijs nog spraakmakender te maken’, zegt Arno Haijtema, bestuursvoorzitter van de Zilveren Camera. ‘Maar de bekendmaking van de nominaties en de winnaar genereert jaarlijks al heel veel publiekelijke aandacht, daar hebben we niet over te klagen. Bovendien hebben we vorig jaar een debat in Nieuwspoort georganiseerd dat ging over de vraag of je als jury de inzendingen moet beoordelen op hun fotografische kwaliteit of op het feit dat ze nieuws belichten.’
‘De kunst is nu om het hele jaar door zoveel mogelijk mensen bij de Zilveren Camera te betrekken. We denken al langer na over meer openheid bij de jurering. Maar dat moeten we, gezien de belangen van de individuele fotografen, met beleid doen.’
Je kunt je afvragen of dat genoeg is in een tijd waarin de andere belangrijke fotografieprijzen, de Dutch Doc Award en de World Press Photo, sneller een grotere status wisten te verwerven en juryleden kritische lezingen laten geven over hun beslissingsmomenten. Wil de Zilveren Camera over een paar jaar werkelijk dé prijs voor Nederlandse fotojournalistiek zijn, dan is dit de tijd voor maatregelen.
Gepubliceerd op 18 januari 2012 in de Volkskrant
Joël van Houdt zucht zachtjes via de satellietverbinding vanuit Kaboel. ‘Ik heb gemerkt dat het gevaarlijk is om antwoord te geven op de vraag waarom ik geen foto’s instuur voor de Zilveren Camera. Je wordt al snel arrogant genoemd. Maar ik zou willen dat de winnende foto een kwalitatief goede foto is én dat ie niet alleen maar de weerslag is van een nieuwsfeit dat we over een jaar al niet meer herkennen.’ Van Houdt was dan ook blij verrast met de winnaar van vorig jaar: een foto van Joost van den Broek, waarop een gemêleerd Hollands gezelschap verhaal gaat halen bij het huis van de penningmeester van pedofielenvereniging Martijn in Hengelo. ‘Die foto is over een paar jaar nog steeds even sterk.’

Joost van den Broek: Inwoners van Hengelo, willen dat de penningmeester van pedofielenvereniging Martijn uit hun buurt vertrekt. Daarbij lijken de bewoners het recht in eigen hand te willen nemen, 2011
***
Op 20 januari werd de Zilveren Camera gewonnen door Eddy van Wessel met zijn achtdelige serie over de Syrische stad Aleppo die zowel door het Vrije Syrische Leger als door het leger van president Bashar Hafez al-Assad wordt belegerd.
Voor de categoriewinnaars, kijk hier.