Ze zouden het liefst ergens anders zijn. Dat dacht fotograaf Nermine Hammam toen ze in januari 2011 de soldaten van het Egyptische leger op het roerige Tahrirplein in Caïro eens wat beter bekeek. Hammam zag geen onverschillige vechtmachines die de demonstrerende mensenmassa in bedwang moesten houden, maar kwetsbare jongemannen met dons op hun bovenlip en afwezige, dromerige blikken.
Ze fotografeerde de soldaten. Thuis verzon ze passender omgevingen voor hun gelaten lichamen: veelal kitscherige berglandschappen met veel bloemen en sneeuw, zoals je die op ansichtkaarten aantreft. En hop – daar gingen ze. Dankzij Hammam en Photoshop staan de soldaten van het Tahrirplein nu te peinzen tegen de achtergrond van Japanse bloesembomen of yoghurt uit een bakje te lepelen middenin een frisse Alpenweide.

Nermine Hammam: uit de serie Upekkha, 2011
Upekkha heet de serie van Nermine Hammam, een term die komt uit het Boeddhisme en ‘evenwichtigheid van geest’ betekent. Er zijn drie foto’s uit de serie te zien op de tentoonstelling Light from the Middle East: New Photography in het Victoria and Albert Museum in Londen, een expositie die mogelijk werd gemaakt door een genereuze gift uit het Art Fund, waarmee de collectie fotografie uit het Midden Oosten van zowel het V&A als het British Museum dient te worden aangevuld.
Het is een kleine tentoonstelling. Op het eerste gezicht zelfs een beetje te klein voor een onderwerp zo groot als fotografie uit ‘het’ Midden-Oosten en de mate van opwinding waarmee ze wordt omgeven (dikke catalogus, veel tekst en debatten): slechts drie smalle zalen in het gigantische V&A. Zal dat geen oppervlakkige presentatie opleveren, eentje zonder al teveel nuancering over een gebied dat toch al zo wordt getekend door stereotypering? Bij nadere beschouwing blijkt de slim opgezette expositie gelukkig rijker én geraffineerder dan gedacht, ook al zijn niet alle foto’s zo nieuw als de titel belooft.
Upekkha is wel redelijk nieuw en bovendien één van de ontroerende hoogtepunten. De idyllische soldatenplaatjes van Hammam vallen onder het hoofdstuk ‘Resisting’, omdat hier de fotografie bewust werd ingezet om (psychologisch) weerstand te bieden tegen een akelige situatie. Aangezien de soldaten zelf niet krachtig genoeg waren om iets aan hun positie te veranderen, bood Hammam hun een uitweg, de enige die als fotograaf in haar macht lag.

Nermine Hamma, uit de serie Upekkha, 2011
Er zijn nog twee andere hoofdstukken, te weten ‘Recording’ en ‘Reframing’, en alle drie gaan ze over het medium fotografie en de (grote) rol die fotografie speelt in het geografische gebied dat loopt van Noord-Afrika tot Centraal-Azië. Dit is de slimme zet van de tentoonstellingssamensteller geweest. In plaats van zich te richten op netelige onderwerpen als ‘religie’ of ‘conflict’ of – erger nog –‘identiteit’, gaat het nu over de verschillende manieren waarop fotografie in het Midden-Oosten wordt ingezet om een verhaal te vertellen, of dat nu over religieuze gebruiken, terrorisme of gewoon (want dat kan tenslotte ook) over de fotografie zelf.
Die heeft toevallig een lange traditie in het Midden-Oosten. Anders dan de Godlasterende, door mensenhanden vervaardigde schilderkunst, werd ze gezien als een mechanisch proces en daardoor geschikt geacht om mensen weer te geven. Door de techniek en de hantering van dit medium centraal te stellen, komen voor de hand liggende onderwerpen vanzelf aan de orde, zonder dat ze de tentoonstelling kunnen gijzelen.
Zo gaat het in de eerste zaal, onder het kopje Recording, over de Iraanse Revolutie van 1978, gezien door de ogen van de wereldberoemde fotojournalist Abbas. In objectief zwart-wit documenteerde hij hoe demonstranten bijvoorbeeld foto’s van de sjah verbranden en hoe gesluierde vrouwen schietles krijgen.

Abbas, ‘Rioters burn a portrait of the Shah as a sign of protest against his regime. Tehran, December 1978’, uit de serie ‘IranDiary’
Maar tegelijkertijd gaat het over iets anders. Want in dezelfde ruimte hangt ook het werk van de Israëlische Tal Shochat, die volkomen natuurlijke fruitbomen zo theatraal belicht dat ze op haar foto’s aan plastic decorstukken doen denken. En hier hangen ook de foto’s van de Saoedi-Arabische Ahmed Mater. Die fotografeerde van bovenaf pelgrims die naar Mekka zijn gekomen om zich te verzamelen rondom de grote zwarte Ka’aba. Hoewel. Kijk beter en je ziet dat het heilige gebouw een vierkante magneet is, waaromheen ijzeren fliebertjes cirkelen die worden aangetrokken door de kracht van het ding.

Tal Shochat, ‘Pomegranate (Rimon)’, 2010

Ahmet Mater
Deze fotografen willen maar zeggen: vergeet niet dat wij de baas zijn, wij bepalen wat jij ziet. Met die waarschuwing in je achterhoofd kijk je ook weer anders naar de foto’s van Abbas. Zijn die wel zo onpartijdig? Welk standpunt wil hij de kijker eigenlijk laten innemen?
Zo vertellen de foto’s op Light from the Middle East steeds nadrukkelijk twee verhalen tegelijk: dat van het leven in een geografisch gebied dat regelmatig wordt geteisterd door geweld en politieke conflicten én dat van de fotografie, waarmee mensen op verschillende manieren kunnen reageren en reflecteren op dat wat er gebeurt. Deze wijze van tentoonstellen maakt dat je inziet hoe belangrijk de fotografie in het Midden Oosten eigenlijk is. Het is meer dan een medium. Soms is het de enige macht die mensen hebben.
Light from the Middle East: New Photography. Tot en met 7 april in het Victoria and Albert Museum, Londen. Catalogus €25.
Gepubliceerd op 21 december 2012 in de Volkskrant.