Soms vragen fotografen me of ik hun werkproces wil zien. Ik zeg niet vaak ja, omdat ik me als criticus, vind ik, vooral met het eindproduct moet bezighouden. Mijn blik vertroebelt wanneer ik weet hoe het zo is gekomen, het verhaal erachter ken nog voordat ik het uiteindelijke werk heb gezien.
Tegelijkertijd moet ik toegeven dat ik het heerlijk vind om door plakboeken te bladeren waarin nog niet alles vaststaat. Waar ideeën met plakband aan de bladzijden kleven en met losse flodders op het doel wordt geschoten. Langzaam zie je de contouren opdoemen van iets groters, het resultaat van al dat denkwerk, maar het zijn nog potloodschetsen, het is plakband-esthetiek, klaar om elk moment te worden uitgegumd of verplaatst.
In de aanloop naar en tijdens haar project Lunar Landscapes hield Marie-José Jongerius zo’n plakboek bij. Ik had het stiekeme genoegen om er even doorheen te bladeren, zonder me erdoor van de wijs te laten brengen. Het boek had natuurlijk alles te maken met het eindproject, de foto’s die in de zalen van het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam hangen. Maar op hetzelfde moment was het een afzonderlijke entiteit.
Ik zag proeffoto’s en krantenknipsels, en las een soort Beat-poëzie – bij nadere beschouwing de zoektocht naar de meest geschikte titel voor het project.
Starlight
Night visions / Lunar views
Future Territory / Future Land
Invisible Territory / Black Land
Splendid Isolation
Lunar Landscapes is nog t/m 13 januari te zien in het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam
De jeep waarmee Marie-José Jongerius ’s nachts over Maasvlakte 2 stoof.