Het mag gerust bijzonder heten: Foam Fotografiemuseum Amsterdam, dat van elke activiteit een PERSMOMENT! weet te maken, bouwt al zeven jaar aan een collectie en gaf daar zeldzaam weinig ruchtbaarheid aan. Hard nieuws is het ook niet, die ‘geheime’ fotoverzameling. In 2011 werd al een tipje van de sluier gelicht op een presentatie tijdens het fotofestival Rencontres in Arles en later dat jaar op de expositie Still/Life. Maar het collectioneren verliep verder stilletjes en bescheiden.
Tot nu. Vanaf vandaag vult een deel van de collectie, die inmiddels uit ruim 400 werken bestaat, tijdelijk drie zalen en een opgang in het museum. De tentoonstelling Reflected biedt ruimte voor bijna 70 foto’s, films en sculpturen.
De dag voor de opening staat het meeste werk nog op schuimrubberen kussentjes op de grond. Wie zijn ogen langs de muren laat dwalen, ziet meteen dat dit typisch ‘Foamfotografie’ is: jong, hedendaags, esthetisch, experimenteel en soms niet direct herkenbaar als fotografie, maar altijd reflecterend op het medium en de werking ervan. Zo hangt hier het werk van Katja Mater, die wel een camera gebruikt en in haar werk uitspraken doet over de fotografie, maar wier in lagen opgebouwde foto’s behalve mooi ook abstract en complex zijn.
De titel Reflected voldoet in meerdere opzichten. De expositie weerspiegelt niet alleen de tot nu toe opgebouwde collectie, de collectie zelf weerspiegelt weer het tentoonstellingsbeleid van Foam. En aangezien het museum zich (middels de tentoonstellingsserie Foam 3h, de Foam Paul Huf Award en het jaarlijkse ‘talent issue’ van Foam Magazine) vooral richt op jonge fotografen die bezig zijn hun naam te vestigen of zelfs net komen kijken, zie je dat in de verzameling terug. De oudste fotografen, zoals Paul Kooiker en Annaleen Louwes, worden dit jaar 50 of zijn daar net overheen, terwijl de jongste eind twintig zijn.
Overlap met andere museumverzamelingen, zoals het nabij gelegen Huis Marseille, met een verzamelbeleid dat zich eerder thematisch richt op fotografen die weliswaar ook vaak jong zijn maar zich al bewezen hebben, is er dan ook niet of nauwelijks. Dat is een pluspunt. Niettemin kan die focus op hedendaagse fotografen ook een risico zijn. Kort gezegd: jong = grillig + onzeker = niet handig voor een museum.
‘Dat kan, ja’, beaamt conservator Kim Knoppers monter. ‘Maar Foam is bereid om dat risico te nemen. Wij zetten in op reputaties die nog niet helemaal gevestigd zijn, maar waarin we desondanks sterk geloven. Daarmee zitten we dicht op de tijd; onze collectie laat zien wat er de laatste zeven jaar aan ontwikkeling is geweest in de hedendaagse fotografie.’
‘En natuurlijk: een jong oeuvre kan anders lopen dan je had verwacht, een jonge fotograaf kan ineens besluiten om iets anders te gaan doen. Het belangrijkste voor ons is om talent zo vroeg mogelijk te spotten en het dan te blijven volgen. En kijk om je heen: ik denk dat we dat tot nu toe redelijk goed hebben ingeschat.’
Het lijkt er tot nu toe inderdaad wel op. Een aanzienlijk deel van de fotografen die Foam een paar jaar geleden in een vroeg stadium naar voren schoof, heeft inmiddels succes. En dat is gelukkig niet alleen het resultaat van de self fulfilling prophecy-methodiek van het museum zelf, dat dikwijls opereert als een trendwatcher die zijn eigen ontdekkingen blijft aanprijzen tot je er niet meer omheen kunt.
Neem de Zwitserse Ester Vonplon (halverwege de dertig), die drie jaar geleden door Foam werd bestempeld als jong talent en inmiddels onderdak vond bij het prestigieuze Franse agentschap VU’. Of kijk naar het eveneens Zwitserse en internationaal succesvolle goochelaarsduo Onorato & Krebs, dat binnen twee jaar twee grote tentoonstellingen bij Foam kreeg. Dat was weliswaar een unieke situatie, omdat de twee vlak na de eerste expositie de Foam Paul Huf Award wonnen, waar ook weer een presentatie aan verbonden was, maar het was evenzeer een teken dat Foam doet wat het belooft: het op de voet volgen van zijn talenten en ruimte geven aan fotografische ontwikkelingen die bij wijze van spreken nog nat zijn van de inkt.
Dat wil zeggen: de laatste ontwikkelingen binnen de fotografie die door Foam wordt gepropageerd. Dat betekent niet het volledige spectrum van de fotografie. Hoewel het museum zich af en toe waagt aan tentoonstellingen met een journalistiekere inslag (oorlogs- of hardcore documentairefotografie), keert dat soort fotografie minder terug in de collectie.
‘Klopt’, zegt Kim Knoppers. ‘Maar wanneer je journalistiek werk verzamelt, moet je dat in series doen. Je moet een context bieden om het werk recht te doen. Wij hebben de keuze gemaakt om autonome beelden te verzamelen, beelden die op zichzelf kunnen staan. En met die keuze versterken we onze identiteit.’
Reflected, werken uit de collectie van Foam. T/m 2 juli in Foam, Amsterdam.
Gepubliceerd op 16 mei in de Volkskrant.
Soms ontmoeten twee heel verschillende werken in een collectie elkaar toevallig en gaan dan samen een verbond voor het leven aan. Dat is het geval met de foto’s Codex van Viviane Sassen en Paper Girl van Ina Jang, beide opgenomen in de collectie van Foam en nu intiem naast elkaar aan de muur. Sassen fotografeerde op haar bekende contrasterende en monumentale wijze een donkere man die een opengeslagen boek op zijn gezicht draagt, terwijl Jang met schaar en Photoshop een vrouwelijk poppetje zonder gezicht in elkaar knutselde. Behalve dat de twee wat kleur betreft prachtig samengaan, lijken ze nu ook niet zo eenzaam meer.