Dat een kunstwerk tegelijk nachtmerrie en aanbeveling kan zijn wisten we al. Van de achttiende-eeuwse gruweltekeningen van Francisco Goya bijvoorbeeld of de onverdraaglijke performances van Marina Abramovic, die haar lichaam tot oorlogsgebied uitriep. Toch was het alweer een tijd geleden dat een kunstwerk zulke heftige en tegenstrijdige fysieke reacties opriep, dat ik het moeilijk van me af kon schudden. De multimedia-installatie The Enclave van de Ierse fotograaf Richard Mosse (33), nu te zien in Foam in Amsterdam, kreeg het voor elkaar.
Een donkere ruimte, zes grote schermen en een soundtrack die je in je buik voelt – dat is meteen al genoeg om je te doen wankelen. En dan moeten de filmbeelden nog komen. Zodra dat gebeurt, wil je alles tegelijk: wegrennen en blijven staan, je oren dichtstoppen en blijven luisteren, je ogen sluiten en blijven kijken.
The Enclave is als een koortsige droom die zich afspeelt in Congo, een land dat sinds zijn onafhankelijkheid in de jaren zestig verwikkeld is in een hoogst verwarrende burgeroorlog, die inmiddels voor miljoenen doden heeft gezorgd. Het groen van de bomen en het gras is zachtroze en rood, krekels tsjirpen oorverdovend en de doden liggen langs de kant van de weg te zinderen in de zon. Soepel als een slang glijdt de camera een tentenkamp in. Kinderen zingen liedjes, soldaten nemen elkaar lachend in de houdgreep en om het hoekje wordt een slap, blauw kind geboren, terwijl de moeder als een amechtig Christusfiguur achterover ligt. Veertig minuten lang houdt dit werk je gevangen.

Still uit ‘The Enclave’, ©Richard Mosse, 2012. M23 rebellen in Virunga National Park, North Kivu, november 2012.
Mosse maakte The Enclave, samen met cinematograaf Trevor Tweeten en componist Ben Frost, voor de Biënnale van Venetië van vorig jaar. Het werk is de culminatie van de tijd die hij doorbracht in Congo, tijdens een periode van relatieve rust. Dat verblijf leidde in 2011 tot het inmiddels uitverkochte fotoboek Infra, waarvan een aantal foto’s ook in Foam hangt.
De titel van dat boek verwijst naar het gebruik van Kodak Aerochrome-film. Mosse, één van de vier genomineerden voor de prestigieuze Deutsche Börse Photography Prize die in april wordt uitgereikt, werd er de afgelopen jaren bekend mee. De film, ooit ontwikkeld voor het leger, opdat gecamoufleerde doelwitten vanuit de lucht beter zichtbaar zouden zijn, gaf zijn werk die psychedelische roze-rode gloed, alsof de gehele Congolese vegetatie meedoet aan The Sound of Music. De fotograaf gebruikte Aerochrome om werk te maken dat het midden hield tussen documentaire en fictie, en waarvan de esthetiek zou verwarren en ethische vragen zou oproepen.
In die opzet is hij tegelijkertijd wel en niet geslaagd. De eerste aanblik van Infra is ontregelend. Waar kijk ik in vredesnaam naar, vraag je je af, bij het zien van grimmige jonge soldaten tussen rode bosjes, lijken in het roze gras en adembenemende magenta vergezichten. De foto’s zijn zo gek, zo anders, dat je blijft kijken.
Toch treedt de gewenning eerder op dan je verwacht en dan blijken de foto’s van Mosse ineens tamelijk klassiek en documentair. Zo klassiek en documentair, dat die mooie roze gloed ineens teveel is, hier en daar zelfs ergernis opwekt. Wat zegt zo’n feitelijk nogal platte kleurentruc nu eigenlijk over dit afschuwelijke gewapende conflict? Hoe dicht ben ik, die er nooit was, Congo genaderd na het zien van die foto’s?
Die ergernis wordt in Foam nog versterkt. Na de installatie volgen een stuk of wat roze landschapsfoto’s, groot, in de laatste zaal zelfs wandvullend, en super esthetisch, als in een galerie. Wat een anticlimax na het geweld van The Enclave. Er is geen mens te bekennen, alleen dat natuurschoon, paradijselijk en roze. Het is onduidelijk wat hier beoogd wordt. Zijn dit schuldige landschappen, felgekleurd uitgeslagen door een denkbeeldig gif in de grond dat alles aantast en verwoest? Is het een poging om te laten zien dat een land in oorlog nog steeds schitterend kan zijn? Wordt de bezoeker nu soms geacht om bij die landschappen te mijmeren?
Dan liever terug naar The Enclave, waar alle bezwaren wegvallen. De installatie, die geen ondertitels heeft en geen uitleg, dompelt je volledig onder in een ervaring die net zo overrompelend is als het lezen van Joseph Conrads koortsachtige boek Heart of Darkness, dat zowel over het onheilspellende koloniale Congo gaat als over de duisternis binnenin de menselijke ziel.
Het documentaire karakter van de beelden doet er plotseling minder toe. Het roze van het landschap is aanwezig, maar niet opgelegd. Integendeel: het is volledig geïntegreerd in het beeld, het hoort erbij. Het is alsof je bij het zien van de installatie pas echt beseft wat Richard Mosse, net als Joseph Conrad, al die tijd probeerde te doen: het overbrengen van een beleving, een gevoel van Congo, misschien wel voortkomend uit echte gebeurtenissen in dat specifieke land, maar net zo goed een metafoor voor de gruwel die oorlog heet en die niet landgebonden is. Die totaalbeleving suist nog dagenlang door het hoofd.
Richard Mosse: The Enclave. Tot en met 1 juni in Foam, Amsterdam.
Gepubliceerd op 28 maart 2014 in de Volkskrant.
De soundtrack van The Enclave bestaat voor een groot deel uit gesprekken tussen soldaten en zingende mensen. Toch heeft fotograaf Richard Mosse zijn multimediapresentatie niet voorzien van ondertitels, uit angst dat ze zouden afleiden. Wel kunnen bezoekers van Foam een poster meenemen, met achterop de Engelse vertaling van een treurig liedje dat gezongen wordt door een meisjesstem. ‘The refugee, he has done nothing wrong to deserve fleeing today. (…) Give thanks to God for being still alive.’