Is er een betere plek denkbaar voor het eerste retrospectief van Katja Mater dan Marres, centrum voor contemporaine cultuur, in Maastricht? Het Stedelijk in Amsterdam, Jeu de Paume in Parijs, MoMA in New York? Nee: hier in het oude woonhuis van de bierbrouwersfamilie Marres, waar de sfeer statig en intiem tegelijk is en de marmeren plavuizen in de gang een speels geometrisch zwart-wit patroon vormen, waardoor het lijkt alsof je op een van Maters Site-Specific Density Drawings loopt (uitleg volgt), is het goed. Het huis lijkt ervoor gemaakt.
What We See And What We Know is een geheimzinnige tentoonstelling. Een beetje magisch zelfs. Er zijn kamers waar 16 mm filmprojectoren speciaal voor jou beginnen te snorren en te ratelen zodra je er binnenstapt en waar je vervolgens een kwartier staat te staren naar opnamen van gekleurde dansende lichtstaafjes of een hard draaiend kleurenwiel.
De magie zit ook in het werk zelf besloten. Katja Mater (34) maakt graag gebruik van dat waar iedereen in het huidige Fotografie Tijdperk nooit meer over nadenkt, namelijk dat fotografie feitelijk het verbluffende resultaat is van gevangen licht op lichtgevoelig papier. Dat simpele en tegelijkertijd curieuze gegeven is het onderwerp van haar onderzoekende oeuvre, dat al een kleine tien jaar bewonderenswaardig consistent en doelgericht groeit. Bij Mater geen grootse documentaireonderwerpen of indringende portretten, om maar iets te noemen, maar een scherpe focus op de werking van fotografie en (steeds vaker) film, die toch altijd weer ingewikkelder en fabelachtiger blijken dan gedacht.
Voor haar Density Drawings bijvoorbeeld, die zo prachtig bij de gangvloer van Marres passen, fotografeert Mater de verschillende ‘levensfasen’ van een abstracte tekening, die bestaat uit een aantal geometrische vlakken. Elke keer wanneer ze zo’n vlak inkleurt maakt ze een foto, steeds op hetzelfde negatief. Het laatste stadium bestaat uit een volledig ingekleurde, monochrome tekening en één foto, die feitelijk is opgebouwd uit al die eerder gemaakte foto’s, waardoor de verschillende fasen van de totstandkoming van de tekening in één oogopslag zichtbaar worden. Het is een foto die toont wat niet bestaat en wat we misschien wel gewoon het voortschrijden van de tijd moeten noemen.
Hetzelfde principe past ze toe bij driedimensionale sculpturen, zoals hoekig gevouwen stukken karton die ze in stapjes zwart verfde en in hun verschillende verschijningsvormen fotografeerde, of een getimmerd hokje, dat hetzelfde ‘lot’ onderging. Zowel de kartonnetjes als het houten hokje staan in Marres opgesteld. Niet om het, zoals je zou kunnen denken, voor de kijker makkelijker te maken, aangezien hij dan kan zien hoe Mater precies te werk ging, nee: omdat die artefacten werkelijk een onderdeel zijn van het werk. De foto’s die ernaast hangen tonen de voorwerpen in de verschijningsvormen die ze ooit hadden en waarin ze nooit meer zullen terugkeren. De fotografie is er om het ‘bewijs’ te leveren van hun vorige levens, en het is aan de kijker of hij dat gelooft of niet.
Het klinkt allemaal vrij ingewikkeld en meta – en dat is het ook. Soms duizelt je hoofd van de uitleg bij een werk, begrijp je plots niet meer hoe het zit. Gelukkig is esthetiek een belangrijk onderdeel van Maters werk; je kunt je er gemakkelijk door laten betoveren, ook zonder dat je precies weet hoe ze die gekleurde lichtstaafjes aan het dansen kreeg. De enige keer dat haar magie niet werkt, in de nieuwe film Motion Drawing, die te eendimensionaal en te lineair is, zodat zelfs de spannende Marres-zolder niets meer kan uithalen, vergeef je haar dan ook graag.
Katja Mater. What We See And What We Know.
T/m 8 december in Marres, Maastricht.
Gepubliceerd op 8 november 2013 in de Volkskrant

O die halfgare kunstcriticus die op een tentoonstelling z’n eigen quasi artistieke fotootjes gaat maken: die ben ik nu dus even.
wow