Krochten van de geest

 

Niets zo eenzaam als gebruiksvoorwerpen die geen functie meer hebben. Aan verroeste haakjes hangen in de steek gelaten tandenborstels in alle talen te zwijgen. In de kast liggen lege leren hutkoffers, ooit statige kruiers van een zwaar leven, langzaam te beschimmelen.

Tandenborstels, hutkoffers, bowlingschoenen, dwangbuizen, dozen met medicijnen, zitkussens in felle kleuren. Architectuurfotograaf Christopher Payne (43) kwam al deze afgedankte spullen tegen op zijn zeven jaar durende reis langs verlaten psychiatrische klinieken in de Verenigde Staten. Hij bezocht er in totaal 70: monumentale kolossen uit de negentiende en het begin van de twintigste eeuw in prachtige rurale omgevingen.

 

Christopher Payne: Patient Toothbrushes, Hudson River State Hospital, New York

 

 

Christopher Payne: Bowling Shoes, Rockland State Hospital, New York

 

Ooit waren dit zelfvoorzienende Victoriaanse oorden voor zielenrust en verheffing. Nu staan ze te vergaan waar je bij staat. De verf bladdert er in dikke serpentines van het plafond, planten woekerden zich een weg naar binnen, vloeren zijn er bezaaid met gruis. Ook deze gebouwen zijn in de steek gelaten, omdat men in de jaren vijftig van de vorige bedacht dat mensen met een psychiatrische aandoening niet zo geïsoleerd maar juist binnen de ‘gewone’ maatschappij beter moesten worden.

 

Christopher Payne: Typical Ward, Buffalo State Hospital, New York

 

De fascinatie van Payne voor deze geschiedenis groeide in 2009 uit tot een dik fotoboek: Asylum. Inside the Closed World of State Mental Hospitals, en in een reizende tentoonstelling. Die is nu te zien in Het Dolhuys, museum voor de psychiatrie, in Haarlem.

Hoe zit dat eigenlijk met de oude klinieken in Nederland? vroeg men zich hier af. En vervolgens kreeg Jannes Linders (57), een documentairefotograaf die gespecialiseerd is in architectuur en landschap, de opdracht om op zoek te gaan naar het verleden van de Nederlandse psychiatrische instellingen.

Het is een niet meer dan vanzelfsprekende zet eigenlijk, zo’n fotografisch nevenonderzoek. Maar je moet er als klein Nederlands museum maar de tegenwoordigheid van geest en vooral het geld voor hebben. Driewerf hulde dus voor Het Dolhuys, dat in een tijd waarin de documentaireopdrachten schaars zijn, toch maar mooi de buidel trekt.

En dat geld blijkt dan ook nog eens goed besteed. Ook Jannes Linders had oog voor de schoonheid van het verval in die oude, (deels) verlaten gebouwen ten behoeve van de geesteszieken. Ook in zijn foto’s bladdert de verf in kronkelende slierten van de plafonds.

In Nederland maakten de klinieken eenzelfde soort ontwikkeling door als in de Verenigde Staten, zij het iets later. Het grote verschil is alleen dat Linders in de onbewoonde delen van bijvoorbeeld Vogelenzang in Bennebroek, de Valeriuskliniek in Amsterdam en Sint Willibrordus in Heilo minder van die eenzame spullen tegenkwam dan Payne op zijn tocht. In Nederland worden die waarschijnlijk toch sneller opgeruimd.

Zo had Payne het geluk om in het Trenton State Hospital in New Jersey een min of meer ongeschonden schoonheidssalon te vinden, en in Oregon een ruimte met kasten vol nooit opgehaalde menselijke resten in blik, als ingemaakte groenten in een supermarktschap. Zulke vondsten maken zijn verslag schrijnend en een beetje eng, ook al bracht de fotograaf ze zo koel en afstandelijk mogelijk in beeld.

 

Christopher Payne: Beauty Salon, Trenton State Hospital, New Jersey

 

 

Christopher Payne: Unclaimed Cremation Urns, Oregon State Hospital, Oregon

 

Jannes Linders had dat geluk niet. Hij moest het vooral hebben van de grootse architectuur die in de negentiende eeuw werd gereserveerd voor psychiatrische klinieken. Maar hij boog dat wat in vergelijking met de situatie van Payne op een handicap lijkt handig om in zijn voordeel. Op de foto’s van Linders zijn het niet de eenzame spullen, maar de gebouwen zelf die ‘spreken’.

 

Jannes Linders: Reinheid, 2012, Santpoort Bloemendaal (foto door mij)

 

De ruimten die hij fotografeerde, zoals een half vergane zaal met een rijk geornamenteerd plafond of een hoek van een kamer met een donkere parketvloer waarin een gekke plek zit, zitten vol spanning. Deze foto’s zijn minder monumentaal en objectief dan hun Amerikaanse voorbeelden. Ze zijn donkerder en vanuit onverwachte hoeken genomen, alsof ze symbool staan voor de bochten en krochten van de menselijke geest. Het maakt deze foto’s minder documentair dan die van Payne, omdat ze niet alleen de architectonische overblijfselen tonen, maar ook de waanzin in het hoofd van een zieke proberen te vangen.

 

Jannes Linders: Geest, 2012, Valeriuskliniek Amsterdam

 

 

Jannes Linders: Hermann Rorschach 2012 Santpoort, Bloemendaal

 

Ze vullen elkaar mooi aan, Christopher Payne en Jannes Linders. Dankzij hen is de vraag wat er met deze oude gebouwen moet gebeuren niet lastig te beantwoorden. Zo laten, voor altijd.

 

Architectuur van een ideaal: Christopher Payne en Jannes Linders. T/m 20 januari in Het Dolhuys, Haarlem.

Recensie verschenen op 23 oktober 2012 in de Volkskrant.

 

 

‘De-institutionalisering, begonnen als een stroompje in de jaren zestig, werd een vloedgolf in de jaren tachtig, ook al was toen al duidelijk dat het evenveel problemen veroorzaakte als oploste. De “stoeppsychoten” in elke grote stad herinnerden er continu aan dat geen enkele stad een adequaat netwerk van psychiatrische klinieken en tussenhuizen had, evenmin als de infrastructuur om de honderdduizenden patiënten op te vangen die waren teruggestuurd door de overgebleven staatsklinieken.’

De beroemde neuroloog Oliver Sacks beschrijft in het voorwoord van Christopher Paynes boek Asylum de situatie nadat de meeste psychiatrische klinieken waren opgedoekt.

 

Oliver Sacks

 

 

1 thoughts on “Krochten van de geest

  1. Intens droevig en mensonteerend, gevangenissen zonder proces, oh God die droeg ons voorgeslacht, U was even niet thuis……

Plaats een reactie